Nederlandse Politiebond verbindt zich op iftar met de dawah beweging

Door Carel Brendel, 26 juni 2017

Het Suikerfeest kwam en dat betekende het onverbiddelijke einde van de ramadanjournalistiek. De komende elf maanden hoeft u geen tenenkrommende stagiairestukjes meer te lezen over verbinding, diversiteit en gastvrijheid. Het is afgelopen met de lekkere hapjes na het invallen van de duisternis.

Voorop bij de verbinding ging de politie. Columnist Jan Dijkgraaf telde minstens acht politie-iftars — door de Nederlandse overheid georganiseerde religieuze bijeenkomsten. “Weldenkende” media zetten nauwelijks vraagtekens bij deze branchevervaging of bij de aantasting van de neutraliteit van de politie. Voor het tegengeluid moesten we dit jaar onder anderen bij GeenStijl zijn.

Opmerkelijk was ook dat de vraag “Met wie eigenlijk verbindt de politie zich?” zelden werd gesteld. Zelf meldde ik dat de Amsterdamse politie tijdens haar iftar, de oudste en grootste van het land, in zee ging met Abdelilah el Amrani. Deze imam spreekt op het Nederlandse deel van zijn website volop van verbinding, maar uit een Arabischtalig artikel op dezelfde website blijkt dat hij juist wil voorkomen dat moslimjongeren zich te veel met de Nederlandse samenleving verbinden. El Amrani, geruggesteund door El Khammar El Bakali, het Nederlandse lid van Qaradawi’s Europese fatwaraad ECFR, probeert 3 miljoen euro in te zamelen voor een nieuw islamitisch centrum. Hij maakt daarbij goede sier met zijn warme contacten met korpschef Pieter-Jaap Aalbersberg.

De politievakbond sloot zich dit jaar aan bij de rage. De Nederlandse Politiebond (NPB) organiseerde vrijdag een landelijke iftar in een partycentrum in Utrecht: “De NPB is een bond van en voor iedereen. Om dat te vieren organiseert de commissie Diversiteit van de NPB-afdeling Midden-Nederland een landelijke iftar met inspirerende sprekers, een bijzondere sfeer en uiteraard lekker eten. Zorg dat je erbij bent op vrijdagavond 23 juni!”

Lees de rest van dit artikel »

Imam gebruikt Amsterdamse politie om islamitisch centrum te promoten

Door Carel Brendel, 23 juni 2017

Abdelilah el Amrani als voorganger op de Amsterdamse politie-iftar.

Voor de vijftiende keer hield de Amsterdamse politie vorige week haar jaarlijkse iftar. Het is een ongekend fenomeen dat een Nederlandse overheidsinstelling tonnen uitgeeft om een religieus evenement te organiseren. In de publiciteit was tot dusver weinig aandacht voor de imam die voorging in het gebed tijdens de politiebijeenkomst. Abdelilah el Amrani is voorzitter van een stichting die 3 miljoen euro wil werven voor een nieuw islamitisch centrum in Amsterdam-Noord. Hij krijgt daarbij de steun van de politieke islam. Daarnaast gebruikt hij zijn goede contacten met de politie voor de promotie van zijn plannen.

Een verbijsterende video verscheen vorige week op website ThePostOnline. Het filmpje, oorspronkelijk geplaatst op het YouTube-kanaal van Rachid Khattach, vertoonde beelden van de vijftiende iftar van de Amsterdamse politie.

Hoofdcommissaris Pieter-Jaap Aalbersberg sprak van “deze heilige maand”, alsof de ramadan heilig zou zijn voor de hele stadsbevolking. Aalbersberg sprak daarnaast over “de stad waar meer dan de helft van de mensen geen Nederlandse achtergrond heeft”. De politiechef herhaalde daarmee de valse rekensom waarmee Amsterdammers met Duitse, Belgische, Britse, Franse, Indische, Surinaamse, Antilliaanse, Kaapverdische, Braziliaanse, Japanse, Poolse, Canadese en Amerikaanse ouders worden ingezet om het diversiteitsgedram rond de islam te rechtvaardigen.

Bij het aanstellingsbeleid sprak Aalbersberg opeens over “50 procent nieuwe agenten met een niet-westerse achtergrond”. Heel jammer voor de westerse allochtonen. 140.000 van de 833.000 Amsterdammers, een zesde van de bevolking, mogen meedoen bij de “diverse” rekensom van Aalbersberg. Maar voor een voorkeursbehandeling zijn Duitsers, Belgen, Polen, Portugezen en Oekraïners kennelijk niet divers genoeg.

Bijzonder was ook dat een imam voorging tijdens het gebed op een bijeenkomst van de Nederlandse overheid. Zijn naam was Abdelilah el Amrani. Ook hij kwam aan het woord in de video.

Op zijn Facebook-pagina plaatste El Amrani een eigen video over de politie-iftar. El Amrani zei volgens de ondertiteling: “Wij zijn blij en verheugd met deze gelegenheid. Zeker vanwege de onderscheiding die wij hebben ontvangen van de Amsterdamse politie. Wij zijn blij en vereerd met deze onderscheiding. Ook als ik deze onderscheiding niet zou hebben ontvangen, wil ik de bondgenoten van de politie bedanken voor al het werk dat zij verrichten en het vertrouwen dat zij in ons hebben. Vorige maand hebben wij ook een onderscheiding mogen ontvangen, uitgereikt door de politie van de wijk Slotervaart, voor alle inspanningen voor veiligheid en stabiliteit in deze wijk.”

El Amrani prijst Amsterdamse korpsleiding in video van Cultureel Centrum Avicenna.

El Amrani sprak in het bijzonder zijn waardering uit voor hoofdinspecteur Ben Nassir Bouayad (oprichter van het Marokkaans netwerk bij de Amsterdamse politie) en korpschef Aalbersberg.

Uit de video’s over de iftar blijkt dat El Amrani betrokken is bij drie organisaties: Jongeren met een Toekomst, Dar el Huda en Cultureel Centrum Avicenna. Volgens informatie van de Kamer van Koophandel zijn de drie stichtingen ingeschreven op hetzelfde adres in Slotervaart. In alle gevallen fungeert El Amrani als voorzitter.

Lees de rest van dit artikel »

Waar en wanneer is deze foto genomen?

Door Carel Brendel, 29 mei 2017

A. Een stadsbus in Montgomery in de zuidelijke Amerikaanse staat in Alabama, op 1 december 1955.

B. Een collegezaal van de Vrije Universiteit in Amsterdam-Buitenveldert, op 21 mei 2017.

Het antwoord is natuurlijk niet zo moeilijk. De foto is genomen tijdens het eerste evenement van de Moslimstudenten Associatie Nederland (MSA), een nieuwe koepel van negen islamitische studentenverenigingen. De oprichting van deze MSA betekent dat de voorstanders van segregatie vastere voet hebben gekregen aan Nederlandse universiteiten. Zo te zien stemt de intellectuele voorhoede van de moslims in Nederland probleemloos in met de religieus geïnspireerde seksuele apartheid.

Stichting Democratie en Media steunt hoofddoeklobby van Moslimbroeders

Door Carel Brendel, 22 mei 2017

Stichting Democratie en Media (SDM) doet weer een nieuwe stunt. Onlangs meldde ik dat de mediastichting de workshop Moslims en Media subsidieert. Daar mocht de salafistische prediker Jamal Ahajjaj (Aboe Ismail) van de Haagse As-Soennah Moskee aan Rotterdamse journalisten vertellen hoe mooi de islam is. In samenwerking met de Open Society Foundations (OSF) van George Soros ondersteunen de zelfbenoemde erfgenamen van het zeer seculiere verzetsblad Het Parool nu ook juridische acties om de islamitische hoofddoek door te drukken op plaatsen waar deze nu nog niet mag.

Op de islamistische agenda staat een verweer tegen een recente uitspraak van het Europese Hof van Justitie, dat werkgevers (onder strikte voorwaarden) toestaat om de hoofddoek van de werkplek te weren. Dit vonnis was tegen het zere been van de Moslimbroeders. Zij begonnen dit voorjaar een campagne tegen de zogenaamde “Muslim Women Ban”, onder leiding van het European Network Against Racism (ENAR), een Europese koepel van “antiracistische” organisaties.

Opvallend was de deelname van enkele nauw met de Moslimbroederschap verbonden groepen. De ENAR-verklaring werd ondertekend door FEMYSO (de jongeren en studentenorganisatie van de Europese Moslimbroeders), het European Forum of Muslim Women (EFOMW, de vrouwenbond van de Moslimbroeders), en door de Franse en Belgische anti “islamofobie” collectieven CCIF en CCIB. ENAR zelf is een bredere organisatie, maar de islamitische “bloedgroep” is op Europees niveau volledig in handen van de Moslimbroeders via FEMYSO en EFOMW.

Dat laatste geldt (nog?) niet voor de Nederlandse ondertekenaars. Dat waren de Rotterdamse moskeekoepel SPIOR, de islamitische vrouwenvereniging Al-Nisa, en het links-seculiere Emcemo (bij lezers van dit blog vooral bekend vanwege de infame herdenking van Hamas-leider Ahmed Yassin). Deze drie clubs hebben zich in Nederland gestort op de bestrijding van “islamofobie”.

De leidster van de Europese campagne is Julie Pascoët, beleidsfunctionaris bij ENAR en voorheen actief bij FEMYSO en Islamic Relief, volgens expert Steven Merley een hulporganisatie van de Moslimbroeders, waarin internationale topfiguren als Ibrahim El-Zayat, Ahmed Al-Rawi, Essam Al-Haddad en Issam El-Bashir (de favoriete geleerde van PvdA-lid Aissa Zanzen) een hoofdrol speelden. Pascoët en vertegenwoordigers van bovengenoemde organisaties hadden in februari, onder auspiciën van OSF, in Barcelona nog een ontmoeting met de Amerikaanse nepfeministe Linda Sarsour. Daar werden Trans-Atlantische initiatieven tegen “islamofobie” besproken.

Onderonsje op een OSF-bijeenkomst in Barcelona. Links Linda Sarsour, rechts Julie Pascoët.

Op 16 mei was Pascoët namens ENAR in Amsterdam voor een “strategy meeting” over mogelijke hoofddoekprocessen. Daarbij prees ze het werk van Al-Nisa, waar sinds 2013 de voormalige “halalmeid” Esmaa Alariachi (eveneens ex-Islamic Relief) als voorzitter fungeert. Alariachi was afgelopen weekend prominent aanwezig bij de actie van een Amsterdamse wijkagente, die de dienstvoorschriften aan haar laars lapte door op eigen houtje alvast een hoofddoek om te doen. Deze provocatie paste mooi in het straatje van de hoofddoekdrammers rond Pascoët.

Esmaa Alariachi (rechts) met de zelf-islamiserende wijkagente.

Uit een andere tweet van Al-Nisa blijkt dat de zogeheten “Legal Expert Meeting” was belegd door het Open Society Justice Initiative, de Stichting Democratie en Media, het Clara Wichmann Proefprocessenfonds (een feministisch fonds dat bekend werd door tegen het vrouwenverbod in de SGP te procederen). de Universiteit van Amsterdam (UvA) en het Amsterdam Centre for European Law and Governance (ACELG), een instituut van de Amsterdamse universiteit. De UvA stelde ook een ruimte in de Oudemanhuispoort ter beschikking.

Het overleg had drie doelstellingen: “Informatie verstrekken over de uitspraak en uitdagingen van het Europese Hof van Justitie; het onderzoeken van de mogelijkheden voor juridische, politieke en sociale acties in Nederland; de rol van Nederland in Europa en versterkte Nederlandse coördinatie-inspanningen.” De derde doelstelling klinkt nogal vaag. Waarschijnlijk is het de bedoeling dat ons land een grotere rol gaat spelen in hoofddoekcampagnes en/of -processen.

Wat had SDM in godsnaam te zoeken bij dit overleg? Het Parool had tijdens en na de oorlog totaal niets met religie. In de uitsluitingsgronden (pdf) staat dat initiatieven met een primair (partij) politieke of religieuze doelstelling niet voor SDM-subsidie in aanmerking komen. Desondanks gaf de stichting geld voor een islamdebat in een moskee (van de Moslimbroeders) en een mediaproject, waar een salafist zijn ideologie kon promoten. En als er iets zowel politiek als religieus is dan zijn het wel de pogingen van Pascoët en de Moslimbroeders om de hoofddoek door te drukken.

Wat beweegt voorstanders van de open, liberale samenleving zoals SDM en Soros, maar ook de feministen van Clara Wichmann, om steun te verlenen aan de lobby van de Moslimbroeders? Ik vrees dat we hier te maken hebben met het misverstand van de goede bedoelingen. De Parool-erfgenamen denken te strijden tegen discriminatie en op te komen voor diversiteit, keuzevrijheid en vrouwenrechten. In werkelijkheid vertrappen ze juist de rechten van miljoenen vrouwen die wereldwijd worden gedwongen om hijab, niqab en alles wat daar tussen zit te dragen.

De goeddoeners van SDM en OSF staan niet stil bij kleine kinderen, die door hun ouders worden gedwongen een hoofddoek te dragen — een praktijk die intussen ook doordringt op niet-islamitische basisscholen in Nederland. Ze bestrijden niet de sociale druk van religieuze groepen, maar helpen de religieuze geestdrijvers juist om hun greep op vrouwen te vergroten.

De omkering van liberale waarden leidt er toe dat zichzelf progressief wanende instellingen bijdragen aan de promotie van op de sharia gebaseerde kledingregels. Moslimbroeders en salafisten, uitgesproken vijanden van de open, liberale samenleving, kraaien van plezier bij zoveel naïviteit. SDM & Co. bereiken ondertussen het tegendeel van wat ze beogen. Ze oogsten geen diversiteit en keuzevrijheid, maar bevorderen eenvormigheid en dwang in de doelgroep. De naoorlogse verzetsstrijders zijn niet “vrij, onverveerd”, maar doen met hun subsidies juist afbreuk aan de nagestreefde “integere, democratische rechtsstaat”.

Meer artikelen over Stichting Democratie en Media, ook van andere auteurs, vindt u bij ThePostOnline.

PS: Een aantal van de in dit artikel genoemde organisaties, met name ENAR, maar ook FEMYSO, EFOMW, CCIF en CCIB, ontvangen subsidies van de Europese Commissie en Open Society Foundations.

Democratie en Media subsidieert workshop met salafistische voorman Aboe Ismail

Door Carel Brendel, 18 mei 2017

Stichting Democratie en Media beschouwt zichzelf als de geestelijke erfgenaam van verzetskrant Het Parool.

UPDATE (1 juni). Na vier bijeenkomsten bij RTV Rijnmond verhuist de workshop naar de nationale publieke omroep. Is de ramadanjournalistiek uit het Hilversumse mediapark nog niet positief genoeg?

Het is alweer bijna een jaar geleden dat ik me enorm verwonderde over het feit dat de Stichting Democratie en Media (SDM) een subsidie van 28.500 euro had toegekend aan de Rotterdamse moskeekoepel Stichting Platform Islamitische Organisaties Rijnmond (SPIOR).

SDM, dat zichzelf beschouwt als de geestelijke erfgenaam van verzetskrant Het Parool, verleende de subsidie niet om kritische en onafhankelijke journalistiek te bevorderen. Uit de beschrijving van het project “Moslims & Media. Kennis & kennismaking” blijkt dat het project juist is bedoeld om onwelgevallige media-uitingen te voorkomen.

SPIOR klaagde over “de eenzijdige en selectieve berichtgeving en de negatieve beeldvorming over moslims en de islam.” Daarom, aldus SPIOR: “Het project ‘Moslims en media: kennis en kennismaking’ beoogt hierin verandering te brengen door in te zetten op ontmoeting en kennisoverdracht tussen media en lokale gemeenschappen. Het doel is om door middel van workshops verbinding en samenwerking te creëren tussen beide partijen en daarmee wederzijdse toegang te vergemakkelijken, inzichtelijk te maken bij moslimgemeenschappen hoe de media functioneert en de media bewust(er) te maken van de diversiteit en diversiteit aan perspectieven binnen moslimgemeenschappen. Voor deze pilot wordt het workshopprogramma ontwikkeld en uitgevoerd bij twee verschillende media-instellingen. Bij een positieve evaluatie kan het programma worden aangeboden aan andere media.”

Hier steunt SDM niet een journalistieke poging om de macht (een islamkoepel) te controleren maar een poging van de macht (een islamkoepel) om de journalistiek te beïnvloeden. Ik vroeg me af of de erfgenamen van Het Parool ook een poging van een bankiersvereniging zouden ondersteunen die tot doel zou hebben om “negatieve beeldvorming” tegen te gaan en positieve berichtgeving over banken te bewerkstelligen.

Uiteraard mag een particuliere stichting als SDM zijn geld uitgeven zoals het haar goeddunkt, maar ik vind het wel heel merkwaardig dat een van oorsprong seculiere organisatie — met een lange traditie van verzet tegen totalitaire stromingen — een islamitische organisatie subsidieert terwijl volgens de eigen uitsluitingsgronden (pdf)” initiatieven met een primair (partij-) politieke en religieuze doelstellingen” niet voor ondersteuning in aanmerking komen.

Lange tijd bleef het stil rond Moslims en Media, maar op 9 mei is het SPIOR-project dan eindelijk van start gegaan. Verantwoordelijk voor de uitvoering is freelancer Priya Biambhar, een voormalige medewerker van RTV Rijnmond. Uit een SPIOR-tweet blijkt dar regionale omroep RTV Rijnmond en de lokale publieke omroep Open Rotterdam deelnemen aan de workshop.

De tweede bijeenkomst vergrootte mijn verbazing over het door SDM gesubsidieerde mediaproject. Bisambhar meldde namelijk op 16 mei op Twitter dat er “een mooi gesprek” was gevoerd met onder anderen “imam/schrijver Jamal Ahajjaj”.

Wacht even! Jamal Ahajjaj is niemand minder dan de salafistische prediker “Aboe Ismail”, imam van de As-Soennah moskee in Den Haag, en de tweede man in de tijd dat sheik Fawaz Jneid daar nog de scepter zwaaide. In een uitgave van de Nationaal Coordinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (pdf) (NCTV), gewijd aan het Saoedisch geïnspireerd salafisme, lees ik: “De Stichting Sounna in Den Haag is in 1990 opgericht en heet sinds de wijziging van de statuten in 1998 de Stichting As-Soennah/Centrum Sheikh al Islam Ibn Taymia De stichting is met indirecte bemoeienis vanuit Saoedi-Arabië opgericht. Het gezicht van de aan de stichting verbonden As-Soennah-moskee wordt bepaald door imam Fawaz Jneid. Fawaz Jneid geniet nationale bekendheid door zijn optredens in de media. Aan de moskee is ook de prediker Jamal Ahajjaj (Abu Ismail) verbonden. Jamal Ahajjaj speelt een belangrijke rol in de verspreiding van het salafisme.”

Dat was in 2007. Dankzij de opkomst van het jihadii salafisme is het politieke salafisme van As-Soennah ineens “gematigd” geworden. Predikers als Ahajjaj verspreiden nog steeds het salafisme, maar doen er nu alles aan om deze stroming salonfähig te maken. Vanuit zijn oogpunt kan ik me dat voorstellen. Ook SPIOR moet zelf weten of het deze figuur inschakelt om een positiever image van de islam in de media aan de man te brengen.

Maar het blijft verbijsterend om te zien dat een workshop met deelname van Ahajjaj wordt ondersteund door een stichting met de naam Democratie en Media. Het Parool stond in 1940 als een van de eersten in Nederland op tegen de totalitaire ideologie van het nationaal-socialisme uit Duitsland. De krant stond na 1945 voorop bij de strijd tegen de totalitaire ideologie van het communisme uit de Sovjet-Unie. En nu geven de zogenaamde “erfgenamen” van Het Parool steun aan een voorman van de totalitaire ideologie van het salafisme uit Saoedi-Arabië? Het blijft onvoorstelbaar.

Amerikaanse Moslimbroeder adviseerde Nederlandse studentenkoepel

Door Carel Brendel, 12 mei 2017

Altaf Husain, adviseur van MSA Nederland, is de hoofdpersoon van het tweede evenement van de nieuwe studentenkoepel.

De Muslim Student Association (MSA National), een koepel van studentenverenigingen in de Verenigde Staten en Canada, zag het levenslicht in 1963. In hetzelfde jaar ontstond in Groot-Brittannië en Ierland de Federation of Student Islamic Societies (FOSIS). Het Forum of European Muslim Youth and Student Organisations (FEMYSO), dat zich opwerpt als vertegenwoordiger van de Europese moslimjeugd, vierde eind vorige maand in Stockholm zijn 20-jarig bestaan.

Tegen die achtergrond heeft het heel lang geduurd voordat in Nederland een overkoepelende organisatie van moslimstudenten van de grond kwam. De achterstand heeft alles te maken met de herkomst van de eerste Nederlandse moslims. Ze kwamen niet als student aan een universiteit, maar om ongeschoold werk te verrichten in fabrieken. Het duurde enkele decennia voordat hun kinderen en kleinkinderen in volle omvang doordrongen tot het hoger onderwijs.

Begin dit jaar kreeg islamitisch Nederland alsnog zijn studentenkoepel, de Moslimstudenten Associatie Nederland (MSA), een bundeling van negen studentenverenigingen. Binnenkort treedt de MSA voor het eerst naar buiten met het evenement met de modieuze titel “Eenheid in diversiteit”, gepland op 21 mei aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam.

Er zijn drie redenen waarom ik denk dat de MSA ideologisch in de buurt van de Moslimbroeders (MB) zal opereren. Allereerst lieten de oprichters zich adviseren door Altaf Husain, een vooraanstaand figuur binnen de Amerikaanse MB. Husain was tweevoudig voorzitter (van 2007-2013) van de Moslim Students Association (MSA National), een van de eerste MB-organisaties (pdf) in Noord-Amerika. MSA National heeft nog steeds nauwe banden met andere organisaties van het MB-netwerk. De oprichters van MSA Nederland hebben de naam van de organisatie letterlijk gekopieerd van het Amerikaanse voorbeeld.

Lees de rest van dit artikel »

Europese Hamas leiding in eerste gelid tijdens Rotterdamse conferentie

Door Carel Brendel, 25 april 2017

Tunahun Kuzu op de eerste rij van de Hamas-conferentie, naast Amin Abou Rashed (rechts). Links Al Jazeera-presentator Jamal Rayyan.

In juli 2016, in mijn eerste blog over de Hamas-conferentie in Rotterdam, schreef ik: “De veertien vorige conferenties van Palestijnen in Europa zijn overal in goede orde verlopen. Ik denk daarom dat eventuele pogingen om het Palestijnse samenzijn in Rotterdam te verbieden bij voorbaat tot mislukking zijn gedoemd.”

In januari herhaalde ik mijn stelling dat een verbod van de conferentie onwenselijk en onhaalbaar was. “Ik vind het niet prettig dat met de antisemitische terreurbeweging Hamas verbonden clubs een conferentie houden in Rotterdam. Maar de vrijheid van meningsuiting is er ook voor vervelende mensen. Een dagje met Hamas-toespraken en Palestijnse zang en dans overleven we wel.” En: “Bijeenkomsten van mensen die zich in een congrescentrum ordelijk gedragen, kun je niet vooraf verbieden — ook al hebben de organisatoren een zeer bedenkelijke achtergrond.”

Aan het doemdenken rond de in 15 april in De Doelen in Rotterdam heb ik dus niet meegedaan. Daarentegen heb ik wel krachtig en duidelijk stelling genomen tegen burgemeester Ahmed Aboutaleb en minister van Veiligheid en Justitie Stef Blok, die ontkenden dat (de politieke organisatie in Europa van) Hamas de drijvende kracht achter de Palestinians in Europe Conference was.

Nee, er liepen geen met Kalashnikovs zwaaiende “Allah akbar!” roepende groene mannen door de “Hamaasstad”. Rotterdam is geen Gaza. En in een keurig congrescentrum in een Europese stad hou je niet de antisemitische terreurverhalen die je afsteekt in moskeeën of op satellietzenders in het Midden-Oosten. Deze conferenties zijn vooral bedoeld om het wij-gevoel onder Palestijnen te bevorderen en dienen daarnaast om de Palestijnse zaak in het algemeen en de agenda van Hamas in het bijzonder te promoten in Europese landen.

Het achterwege blijven van opzichtige Hamas-propaganda betekent niet dat Hamas niets met de Palestijnse conferentie te maken had. Dat leert alleen al een kijkje op de eerste rij waar de Nederlandse organisator Amin Abou Rashed en de belangrijkste deelnemers hadden plaatsgenomen.

Van rechts naar links op de foto zien we onder anderen:

1. Mazen Kahel. door het organiserende Palestinian Return Centre (PRC) aangekondigd als hoofd van de European Campaign to Lift the Siege on Gaza, beter bekend als de European Campaign to End the Siege in Gaza (ECESG), een van de organisaties achter de Hamas Flotillas met “onze” Abou Rashed als een van de oprichters.

De Fransman Kahel is ook betrokken bij andere frontorganisaties van Hamas zoals het EuroPal Forum (EPF), en de Council for European Palestinian Relations (CEPR), een lobbygroep in Brussel. In die laatste hoedanigheid was Kahel in januari 2016 aanwezig bij de lancering van de Vereniging van Palestijnse Jongeren, samen met Abou Rashed.

Volgens Israël maakt Kahel deel uit van het Europese hoofdkwartier van Hamas. Kahel was eveneens penningmeester van het Franse Comité de Bienfaisance et de Secours aux Palestiniens (CBSP), een organisatie die aan het begin van deze eeuw werd genoemd als onderdeel van de Union of Good, een groep instellingen die fondsen inzamelde voor Hamas.

2. Samir Falah, secretaris-generaal van de Federation of Islamic Organisations in Europe (FIOE), de overkoepelende Europese organisatie van de Moslimbroeders. Falah is tevens voorzitter van de Islamische Gemeinschaft in Deutschland (IGD), volgens de Verfassungsschutz de afdeling Duitsland van de Moslimbroeders.

3. Amin Abou Rashed, de bekende vooraanstaande Nederlandse Hamas-activist. Hij is niet alleen oprichter van de ECESG en daarmee een leidende figuur bij de organisatie van de Gaza Flotillas. In een Amerikaans onderzoek naar de Holy Land Foundation dook een lijst op van Europese organisaties die steun verleenden aan Hamas. Het document was namens de Stichting Al-Aqsa ondertekend door “Amin Abou Ibrahim”, een alias van Abou Rashed. Mede naar aanleiding van deze affaire besloot de Nederlandse regering om de fondsen van Al-Aqsa te bevriezen. Abou Rashed was volgens de verslagen “algemeen coördinator” van de conferentie.

Lees de rest van dit artikel »

Dyab Abou Jahjah spreekt op Hamas-conferentie, NIDA-leider El Ouali komt ook

Door Carel Brendel, 12 april 2017

Dyab Abou Jahjah

UPDATE: Ook NIDA-leider Nourdin el Ouali kondigt optreden in De Doelen aan (zie verderop).

UPDATE 2: NIDA vaardigt ook junior Hamas-activist af (zie verderop).

Laatste nieuws over de Palestinians in Europe Conference van komende zaterdag in Rotterdam. Op het moment van schrijven (12 april) is er nog geen sprekerslijst voor de Hamas Conferentie. Maar de eerste spreker heeft zichzelf inmiddels vanuit België ge-out. Het is niemand minder dan VPRO-Zomergast, De Bezige Bij-auteur, en voormalig Standaard-columnist Dyab Abou Jahjah. Daar ruimde Abou Jahjah het veld omdat hij een terroristische aanslag tegen Israël legitimeerde.

Op zijn Facebook-pagina schrijft Abou Jahjah: “Geen enkele verkozene van een politieke partij in Nederland is tot nu toe bereid gevonden om op deze conferentie te spreken. Geen enkele! Allemaal zitten ze te bibberen van de angst om als antisemiet afgeschilderd te worden door de propagandisten van “Israel”. Dit zal niet vergeten worden. Ik zal met trots een van de sprekers zijn op deze eervole (sic) samenkomst.”

Uit de volgende discussie blijkt dat DENK, dat vorig jaar nog opzichtig actie voerde bij het bezoek van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu, er niet bij zal zijn. Ook de islamitisch geïnspireerde lokale partij NIDA, waarvan de leider zich in 2011 nog wilde inschepen op een door conferentie-coördinator Amin Abou Rashed gekochte Gazaboot, bleek niet bereid om een spreker af te vaardigen.

“Zelfs DENK weigerde om deel te nemen,” verzucht Abou Jahjah in de discussie over zijn bericht. “Gebrek aan tijd zeker… weet ik veel. Maar ik weet dat de echte reden wat hierboven staat is. Zeker na de heisa van Leefbaar Rotterdam hieromtrent en het framen van de conferentie als Hamas gelinked.” En: “Ik vind het zorgwekkend en teleurstellend inderdaad, zeker van partijen zoals Nida en Artikel en Denk dat ze niet meer lef hierin tonen.”

Hoe het ook zij, Abou Rashed en zijn collega-activisten van Hamas in Europa moeten genoegen nemen met Abou Jahjah als droeve vlaggendrager voor hun conferentie.

Uitsnede van de groepsfoto na afloop van de trainingsdag in De Middenweg, op 10 januari 2016. Nourdin el Ouali (links) naast Hamas-activist Zaher Birawi (midden) en Ibrahim Akkari, voorman van de Moslimbroeders in Nederland.

UPDATE (13 april): Dyab Abou Jahjah heeft voor zijn beurt gesproken, althans wat betreft het niet durven meedoen van Nederlandse politici aan de Palestinians in Europe Conference. NIDA-fractieleider Nourdin el Ouali vertoont namelijk wel degelijk het lef dat volgens de Belg zou ontbreken. Vanavond (13 april) kondigde NIDA namelijk de komst van El Ouali naar De Doelen aan. “Zaterdag #IKSTEUNPALESTINA-conferentie van 11:00-20:00 u. in De Doelen, Rotterdam. NIDA is erbij! Jij ook?! Nourdin El Ouali spreekt er over de inzet voor rechtvaardigheid in Palestina vanuit NIDA. Zo ook het platform Rotterdam4Gaza! Meer info? Check: http://epal.nu/portal/nl/.” Op de door NIDA geleverde Nederlandse weblink van de conferentie is op dit moment overigens nog geen programma te zien.

Volgers van dit weblog weten dat El Ouali’s inzet voor rechtvaardigheid zich niet voor het eerst in het kader van de Europese pro-Hamas-beweging afspeelt. In 2011 was hij woordvoerder van de Nederlandse opvarenden van de Stefano Chiarini, waarvan de aankoop was geregeld door Abou Rashed en de Italiaanse Hamas-activist Mohammed Hannoun. De tweede Gazavloot bleef echter steken in Griekse havens.

Begin 2016 was El Ouali een van de docenten op een door EuroPal Forum (EPF) verzorgde “lobby and advocacy training” in het Rotterdamse centrum De Middenweg. Hoofdspreker was in de in Londen woonachtige EPF-voorzitter Zaher Birawi. Zowel Birawi als het EPF zijn onderdeel van het pro-Hamas-netwerk in Londen. Birawi was in het verleden ook verbonden aan het Palestinian Return Centre, de organisatie achter de Hamas-conferentie.

UPDATE 2 (14 april): NIDA vaardigt behalve fractieleider El Ouali nog een tweede spreker af naar De Doelen. NIDA-persvoorlichter Smahane Arghidi reageerde gisteravond op de Facebook-pagina van Abou Jahjah naar aanleiding van zijn suggestie dat Nederlandse politieke partijen het lieten afweten. Ze schreef: “NIDA heeft 2 sprekers op het podium, Nourdin El Ouali en daarnaast ook Mohammed Akkari die namens NIDA Rotterdam voor Gaza vertegenwoordigd (sic).”

Akkari was de organisator van bovengenoemde training in De Middenweg, waar de Britse Hamas-leider Zaher Birawi samen met Nourdin el Ouali training gaf aan Palestina-activisten. Mohammed is de zoon van Ibrahim Akkari, een pionier van de Moslimbroeders in Nederland. Akkari senior speelde in 2011 als toenmalig directeur van Stichting ISRAA samen met Abou Rashed een hoofdrol in de organisatie van de Nederlandse Gazaboot. Tegenwoordig is Ibrahim Akkari bestuurslid van Europe Trust Nederland, een vastgoedorganisatie die eigendom is van Moslimbroederschap-moskeeën in Amsterdam (Blauwe Moskee), Den Haag (SSCCN) en Rotterdam (De Middenweg).

Akkari junior organiseerde in 2015 zijn eigen Gaza-boottocht door de haven van Rotterdam, uit solidariteit met een nieuwe Hamas-poging om Gaza te bereiken. Aan boord waren onder anderen vader Ibrahim, DENK-leider Tunahan Kuzu en een delegatie van NIDA-vrouwen. De bekendste actie van Mohammed Akkari vond plaats in juli 2016, een demonstratie door Rotterdam, kort na de mislukte Turkse couppoging. De tocht viel op doordat Abou Rashed en de leiders van de AKP Nederland aan de kop van de stoet liepen.

Stef Blok verpakt leugens over Hamas-conferentie in halve waarheden

Door Carel Brendel, 5 april 2017

“Verzetsstrijder” Ismail Haniyeh eert “verzetsstrijder” Adel Abdallah, secretaris-generaal van de Palestijnse conferentie.

Vanaf het allereerste begin heb ik voorspeld dat de 15de Palestinians in Europe Conferentie, op 15 april in Rotterdam, niet kan worden verboden. Het organiserende Palestinian Return Centre (PRC) in Londen heeft weliswaar nauwe banden met Hamas (zie deze factcheck met 13 bronnen), en fungeert als een politieke lobby voor de antisemitische terreurbeweging, maar het is geen verboden organisatie. Burgemeester Ahmed Aboutaleb heeft daarom gelijk dat hij de bijeenkomst niet bij voorbaat kan censureren.

Waar ik echter absoluut niet tegen kan, is het ontkennende en ontwijkende gedrag van de Nederlandse autoriteiten. Het begon met het formalistische antwoord van Aboutaleb die in de Rotterdamse gemeenteraad verkondigde dat “uit geen enkele bron is gebleken dat de conferentie door Hamas is georganiseerd”. Aboutaleb ging daarmee volslagen voorbij aan rapporten van de Duitse geheime dienst (Verfassungsschutz), aan het werk van internationale experts op het gebied van Hamas en de Moslimbroederschap, aan goed gedocumenteerde Israëlische rapporten en niet te vergeten aan informatie van aan Hamas gelieerde bronnen.

Zo staat er op de website van Het Palestijnse Huis, de Nederlandse club van Hamas-activist Amin Abou Rashed, een verslag van een bijeenkomst in Gaza. Daar ontvingen de Oostenrijker Adel Abdallah en Abou Rashed, respectievelijk secretaris-generaal en secretaris van de Palestinians in Europe Conference, hoge onderscheidingen van Hamas-leider Ismail Haniyeh. Collega-blogger Kees Broer schreef daarnaast uitgebreid over de nauwe banden tussen conferentievoorzitter Majed al-Zeer en de Hamas-leiding.

Terwijl Aboutaleb blijft rondhangen in de ontkenningsfase, kiest minister van Veiligheid en Justitie Stef Blok voor de ontwijkmodus. Op 31 maart verschenen de antwoorden op Kamervragen van de ChristenUnie en de (inmiddels uit de Kamer verdwenen) VNL. Gevraagd naar zijn oordeel over de rapporten van de Verfassungsschutz, geeft Blok geen rechtstreeks antwoord. Maar helemaal ontkennen dat Hamas met de conferentie te maken heeft doet Blok ook weer niet. Hij schrijft: “Gezien de verwevenheid van de Palestijnse gemeenschap in het Midden-Oosten en de diaspora elders in de wereld, is het aannemelijk dat er relaties bestaan tussen de door Hamas beheerde Gazastrook en personen die op enige wijze betrokken zijn bij de organisatie van de conferentie. Dit betekent echter niet dat de conferentie in Rotterdam door Hamas georganiseerd wordt.”

“Verzetsstrijder” Ismail Haniyeh (rechts) eert “verzetsstrijder” Amin Abou Rashed.

Het is taalkundig gegoochel van de bovenste plank, misleidend gedraai, in glibberige formuleringen verpakte leugens. Neem de stelling dat het “aannemelijk” is “dat er relaties bestaan tussen de door Hamas beheerde Gazastrook en personen die op enige wijze betrokken zijn bij de organisatie van de conferentie”. Blok gebruikt deze vage formulering hoewel vaststaat dat de drie organisatoren van de conferentie (Al-Zeer, Abdallah en Abou Rashed) tot over de oren bij Hamas zijn betrokken. Hetzelfde geldt voor het PRC, zoals treffend wordt geformuleerd in de Duitse rapporten (pdf) die Blok handig probeert te omzeilen.

Of wil Blok beweren dat er geen Hamas-leden uit Gaza in het organisatiecomité zitten? Dat is een goedkope uitvlucht. Die Hamas-strijders zitten in Gaza en laten de organisatie over aan Europese Hamas-activisten. Het is al vele jaren bekend dat het PRC een frontorganisatie van Hamas is, en dat de Europese bijeenkomsten niets anders zijn dan Hamas-conferenties.

Het is een treurig schouwspel. Een minister wringt zich in alle mogelijke bochten om de feiten te verbloemen. Waarom durft niemand de waarheid te zeggen over deze conferentie?

Belangrijk rapport over relatief onbekende Global Anti Aggression Campaign

Door Carel Brendel, 1 april 2017

Imad Eldin Bakri Ismail, een van de twee in Nederland wonende GAAC-leden.

Hoe dik is de scheidingswand tussen salafisten en Moslimbroeders? Zijn de Moslimbroeders wel geschikt als “gematigd” alternatief voor radicale salafisten en nog radicalere jihadisten? Beide vragen komen uitgebreid aan de orde in een recent, zeer gedetailleerd rapport over de Global Anti Aggression Campaign (GAAC), een losse coalitie tussen diverse stromingen binnen de politieke islam, die al bijna 15 jaar van zich doet spreken. Het is een vrij onbekende club die de afgelopen jaren relatief weinig aandacht heeft getrokken van internationale onderzoekers.

Auteur is de Amerikaan Steven Merley, expert op het gebied van de Moslimbroederschap, en auteur van website The Global Muslim Brotherhood Daily Watch. De volledige versie van zijn rapport “The Global Anti-Aggression Campaign 2003-2016. A Global Muslim Brotherhood, Salafi and Jihadi Alliance Against The West” vindt u hier (pdf).

De GAAC ontstond in de jaren na 2000 als een soort “actiegroep” tegen de Amerikaanse invasie in Irak. In latere jaren fungeerde de GAAC als aanjager van islamistisch activisme rond onderwerpen als de jihad in Irak en Syrië, de Deense cartoonrel, het sturen van flotilla’s en konvooien naar het “belegerde” Gaza, en de Arabische Lente. Volgens Merley is de GAAC voornamelijk een salafistische aangelegenheid, maar er is een opmerkelijke inbreng van toonaangevende Moslimbroeders. De onderlinge theologische verschillen staan politieke samenwerking niet in de weg.

Opmerkelijk is ook het hoge gehalte aan GAAC-leiders dat is doorgedrongen tot internationale terreurlijsten wegens het ondersteunen en financieren van jihadistische organisaties. De bekendste figuur in dit verband is Abdul Rahman bin Umair al-Nuaimi, tevens oprichter van het Qatarese liefdadigheidsfonds Eid Charity, dat in Nederland betrokken was bij de financiering van een (inmiddels afgeblazen) islamitisch dawah centrum in Rotterdam (dat ten onrechte de bijnaam “salafistenschool” kreeg). Al-Nuaimi is voorzitter van de GAAC.

Ook Waleed al-Tabtabai (of Al-Tabtabae), de Koeweitse vice-voorzitter van de GAAC, haalde enkele keren het Nederlandse nieuws. In december 2015 verijdelde toenmalig burgemeester Rob van Gijzel zijn komst naar een conferentie van de Al-Fourkaan moskee in Eindhoven. Al-Tabtabai was volgens internationale media betrokken bij de financiering van jihadistische strijdgroepen in Syrië. De gemeente Eindhoven beschikte zelfs over een foto van Al-Tabtabai zwaaiend met een Kalashnikov. Een van de realiteit losgezongen rechter oordeelde dit jaar dat Van Gijzel “op ontoelaatbare wijze” inbreuk maakte op het recht van vergadering van deze jihadist.

GAAC-algemeen secretaris Safar al-Hawali (Saoedi-Arabië) en de Libanees Rabih Haddad (uitvoerend directeur) hebben volgens Merley eveneens hun sporen verdiend in het propageren van internationaal jihadisme.

Het smaldeel van de Moslimbroederschap telt opmerkelijke namen. Bij de GAAC-oprichters was uiteraard Yusuf al-Qaradawi, geestelijk leider van de Moslimbroeders en ook door geestverwanten in Nederland beschouwd als een van de grootste islamgeleerden. Betrokken bij de oprichting was verder de Jemenitische Moslimbroeder Abd al-Majid al-Zindani, die door de VS als terrorist is aangeduid wegens jihadfianciering. Al-Zindani is lid van de International Union of Muslim Scholars (IUMS), de geleerdenclub van al-Qaradawi.

Andere Moslimbroeders actief bij de GAAC waren onder anderen:

Tariq Suwaidan, een bekende voorman van de beweging in Koeweit.

Mohammad Sawalha, een in Londen neergestreken Hamas-figuur, in 2007 een van de sprekers op de vorige Hamas-conferentie in Rotterdam.

Khaled Mashaal, leider van Hamas.

Salman al-Ouda (of al-Awda), een Saoedische geleerde met een miljoenengevolg op social media, tevens prominent lid van de IUMS.

Rachid Ghannouchi, leider van de Tunesische Moslimbroeders.

Anas Altikriti, leider van de Britse Cordoba Foundation, aanvoerder van de Moslimbroeders in het Verenigd Koninkrijk.

Ik zal u verder niet doodgooien met namen en organisaties. Merley heeft alle conferenties en activiteiten van de GAAC in kaart gebracht. Hij documenteert nauwgezet de bronnen voor zijn spitwerk.

Nederland speelt een zeer bescheiden rol in het rapport. Bij de oprichting van de GAAC waren enkele door hem niet nader benoemde in Nederland wonende personen betrokken (blz. 20). Verder (blz. 31) meldt Merley dat Al-Tabtabai in 2007 betrokken was bij de oprichting van de Essalam Moskee in Rotterdam, “die bekend staat als nauw verbonden met de Moslimbroederschap”. (Zijn rol in 2007 en de opmerkelijke draai van zijn toenmalige medestander Abderrazak Boutaher, oppositieleider in een recente machtsstrijd rond de Essalam, beschreef ik in dit weblog).

Een op 18 mei 2016 gedateerde ledenlijst op de GAAC-website telt 508 namen. Twee leden wonen in Nederland. Een van hen is volgens de Google-vertaling Mohammed Kurdi, president van de Islamitische Universiteit Europa (IUE). Op de IUE-website valt niets over hem te vinden, wat het vermoeden wekt dat de verder zeer onbekende Kurdi al enige tijd geen president meer is. Volgens de website van de Muslim World League (MWL), een Saoedische missie-organisatie, was Kurdi in 2006 wel IUE-president. Tijdens een audiëntie bij MWL-secretaris-generaal Abdullah al-Turki, vertelde Kurdi over alle mooie zaken waarmee de IUE zich bezighield.

De tweede Nederlander bij de GAAC was tot voor kort ook vrijwel onbekend. Pas sinds enkele maanden mag hij zich verheugen op enige aandacht van de media. Het gaat om de uit Soedan afkomstige Imad Eldiin Bakri Ismail, oprichter, imam, directeur en penningmeester van Al-Fourkaan NRC Handelsblad berichtte vorig najaar over zijn internationale contacten met Al-Qaida financiers. In januari meldde ik Ismail’s betrokkenheid bij de GAAC. Opvallend was zijn deelname in 2009 aan een GAAC-conferentie in Istanboel waar hij een oproep tot jihad tegen Israël ondertekende, inclusief de aansporing om Britse marineschepen aan te vallen in de wateren van Gaza.

Tot zo ver mijn Nederlandse aanvulling op het uitgebreide rapport van Merley, dat onderstreept dat ISIS en Al-Qaida niet de enige tot geweld geneigde stromingen binnen de politieke islam zijn; iets wat in het Westen vaak over het hoofd wordt gezien omdat de “niet jihadistische” groepen in onze windstreken hun inspanningen vrijwel geheel richten op de dawah (de herislamisering van “afgedwaalde’ moslims en de bekering van niet-moslims).

Een van de conclusies van Merley: “Het lijkt erop dat de internationale Moslimbroederschap, door zijn deelname aan de GAAC, zijn theologische verschillen met salafisten en jihadi salafisten aan de kant heeft gezet ten einde samen te werken in een gevecht tegen de VS en zijn bondgenoten. Dit zet vraagtekens bij de Westerse inspanningen om de Moslimbroederschap in te schakelen — in een misplaatste poging om een betrouwbare islamitische partner te vinden in de strijd tegen groepen waarmee de Broederschap zelf heeft samengewerkt.”