Taaie, rooie rakkers; Communistische namen houden stand op de landkaart

Door Carel Brendel, 9 december 2013

Stalin

Bijna negen jaar geleden schreef ik dit artikel over communistische plaatsnamen voor het Algemeen Dagblad. Het blijft actueel. Poetin zit vastgeklonken in het Kremlin en Janoekovitsj is terug aan de Dnjepr. Betogers haalden gisteren Lenin’s beeld neer in Kiev, 57 jaar na het omgooien van Stalin in Boedapest (zie foto). Maar als grondlegger van de Sovjet-Unie staat Lenin nog recht overeind in grote delen van zijn uiteengevallen wereldrijk.

Nieuwe grenzen, nieuwe landen, nieuwe plaatsnamen. Met de ondergang van het oostblok verdwenen de steden, die naar de communistische leiders waren genoemd. Of toch niet? Marx en Lenin houden dapper stand.

Na de Val van de Muur – ruim 15 jaar geleden – vierde het volk feest in Berlijn. Kort daarna stortte in andere Oost-Europese hoofdsteden het ‘reëel bestaande socialisme’ met donderend geraas ineen. Het indirecte gevolg was dat ook de cartografen en uitgevers van atlassen het champagneglas konden heffen.

Ze konden aan het werk, want de landkaart van Europa kreeg na 1989 een totaal nieuw gezicht. Oost- en West-Duitsland werden herenigd. Tsjechen en Slowaken begonnen een vreedzame boedelscheiding. De Sovjet-Unie viel uiteen in vijftien brokstukken. En na een bloedige burgeroorlog ontstonden vijf nieuwe landen in het voormalige Joegoslavie.

Met het communisme verdwenen de symbolen van het gehate stelsel: hamers en sikkels, rode vlaggen en sterren, standbeelden van Marx en Lenin, de twee ‘grondleggers’ van het systeem. Leningrad, Titograd en Karl-Marx-Stadt kregen hun oude naam terug, net als de Russische provinciesteden die waren vernoemd naar de laatste Sovjet-leiders oude stijl: Brezjnev, Andropov, Tsjernenko.

Met nieuwe borden langs de uitvalsweg zouden de steden opstoten in de vaart van het kapitalisme. De opruimwoede had echter zijn grenzen. De liefde voor Marx en Lenin is op veel plaatsen hardnekkig. In Rusland en Oekraine ontpoppen de iconen van het communisme zich als taaie rooie rakkers.

Verbazingwekkend? Alleen voor de oppervlakkige toeschouwer uit het onwetende Westen. Rusland heeft een lange traditie in het vernoemen van steden. De tsaren deden het al, de communisten hebben die praktijk overgenomen. Daarbij komt dat Rusland nooit heeft afgerekend met de eigen geschiedenis. Over de bloedige ontsporingen van het communisme wordt weinig geschreven of op tv vertoond. Veel Russen zien Stalin, onder wie de terreur een hoogtepunt bereikte, als een vaderfiguur, die het in wezen goed bedoelde, het land vooruitbracht en de Grote Vaderlandse Oorlog tegen de Duitsers won.

In de metropool Volgograd bestaat zelfs een sterke beweging om de stad opnieuw Stalingrad te noemen, net als tussen 1924 en 1961. De reden? In het buitenland is de ‘merknaam’ Stalingrad wereldberoemd dankzij de bloedige veldslag tijdens de Tweede Wereldoorlog. En wie weet waar Volgograd ligt?

Weinig Russen beseffen trouwens dat de eerste communistische bloedbaden al uit 1917 dateren. De naar vadertje Lenin genoemde pleinen en boulevards voorzien in de behoefte aan nostalgie. Er zijn ook praktische en financiële redenen om aan een oude naam vast te houden. Een nieuwe plaatsnaam jaagt overheid, burgers en bedrijven op kosten.

Als er geen geld is om het wegdek of de straatverlichting te repareren, verspilt niemand graag zijn roebels aan nieuw briefpapier. Bovendien komen de huidige leiders voort uit de ‘nomenclatura’, de kaste van communistische prominenten. Michael Gorbatsjov en Boris Jeltsin waren lid van het politburo. Zij twijfelden voor 1989 niet aan de legitimiteit van het oude regime.

De huidige sterke man Vladimir Poetin maakte carrière in een geheime dienst, die niet graag aan zijn beulswerk onder Stalin wordt herinnerd. Zolang de Poetins regeren, houdt Karl Marx dapper stand aan de Wolga en maakt zelfs de in ongenade gevallen Josef Stalin kans op een glorieuze comeback.

Top-10 Blijvers

1. Ho Chi Minh Stad (1975)
De nummer een onder de Rode Steden ligt niet in Oost-Europa, maar in Azie. Saigon was tijdens de Vietnamoorlog een poel van verderf vol drugs en hoeren. Ho Chi Minh was de vader des vaderlands van het communistische noorden. Na de val van Saigon begon de zuivering van de stad met een nieuwe naam. Duizenden inwoners vluchtten met wrakke bootjes over zee. Nu reizen toeristen massaal naar de metropool met 6,5 miljoen inwoners.

2. Gagarin (1968)
De Russische ruimtevaart nam in 1961 een spectaculaire voorsprong met de lancering van de Vostok-1. Aan boord Joeri Gagarin, de eerste kosmonaut. Hij kreeg de titel Held van de Sovjet-Unie. Hij blijft een held in het moderne Rusland. Logisch dus dat zijn oude woonplaats Gzhatsk nog altijd Gagarin heet.

Felix Dzerzjinski in de naar hem genoemde Oekraïense stad.

Felix Dzerzjinski in de naar hem genoemde Oekraïense stad.

3. Dnjeprodzerzjinsk (1936)
Felix Dzerzjinski was grondlegger van de KGB, die van 1917 tot 1989 miljoenen slachtoffers maakte. Na de mislukte coup (1991) werd het beeld van IJzeren Felix weggehaald uit Moskou. De Oekraiense industriestad Kamenskoje (aan de Dnjepr) draagt nog steeds zijn naam. Ook in Rusland zelf is er nog een Dzerzjinsk. Dat zegt alles over de blijvende invloed van de geheime dienst.

4. Kirov (1934)
In 1934 vreesde Stalin de populariteit van Sergej Kirov, partijchef in Leningrad. Hij liet hem in het geheim uit de weg ruimen en greep de moord aan voor een grote terreurcampagne. De dode Kirov werd overladen met eerbewijzen. De man blijft populair in het postcommunisme. De provinciestad Vjatka (bij de Oeral) is een van vele Kirov-steden.

5. Marks (1920)
Duitse kolonisten aan de Wolga stichtten in de 18de eeuw Jekaterinenstadt. Hun hoofdstad werd in 1920 vernoemd naar Karl Marx. Stalin deporteerde de Wolga-Duitsers tijdens WO II naar Kazakhstan. De geest van Marx mocht als enige achterblijven in het fonetisch gespelde Marks.

6. Kaliningrad (1946)
Michail Kalinin, het eerste staatshoofd van de Sovjet-Unie, tekende in 1940 het bevel om 25.000 Polen te executeren in de bossen bij Katyn. De op Hitler veroverde stad Königsberg kreeg de naam van deze hardliner. Kaliningrad is nu de hoofdstad van een Russische enclave binnen de Europese Unie.

7. Engels (1931)
Friedrich Engels schreef met Marx het Communistisch Manifest. Ook voor hem kwam er een stad (Pokrovsk) in het gebied van de Wolga-Duitsers. Net als Marx overleefde hij de perestrojka en kreeg een plekje in het nieuwe Rusland.

8. Toljatti (1964)
Palmiro Togliatti leidde de communistische partij van Italie, de grootste in het vrije Westen. Zijn naam werd gekoppeld aan Stavropol, waar de Sovjets met de kapitalistische hulp van Fiat een reusachtige autofabriek bouwden. Hier rollen jaarlijks 800.000 auto’s van de band, voornamelijk Lada’s.

9. Stachanov (1978)
Aleksej Stachanov dolf in zes uur 102 ton steenkool, maar liefst 14 keer de productienorm. Stalin begon rond hem een campagne om het volk harder te laten werken. Aleksej kreeg na zijn dood een eigen stad (het vroegere Kadijevka) in Oekraine; nu een bolwerk van de verslagen presidentskandidaat Janoekovitsj.

10. Pik Lenina (1933).
Leningrad heet weer Sint-Petersburg, maar Lenin is overal in de voormalige Sovjet-Unie. Zijn lichaam ligt in het Mausoleum op het Rode Plein in Moskou. In steden en dorpen staat zijn beeld fier op een sokkel. Letterlijk hoogtepunt van de verering is de 7134 meter hoge Pik Lenina, voorheen Pik Kaufmann, op de grens van Tadzjikistan en Kirgizië.

Bron: (Algemeen Dagblad, 3 januari 2005)