Geldt uitgangspunt “geloof slachtoffers” ook in het geval van Tariq Ramadan?
Door Carel Brendel, 6 november 2017
“In de wereld die ik voor ogen heb, bestaat er maar één antwoord: geloof slachtoffers.” Feministe Asha ten Broeke nam afgelopen vrijdag duidelijk stelling in de voortwoedende discussie over seksueel misbruik. Op Facebook kreeg Ten Broeke bijval voor haar “belangrijke column” van Anja Meulenbelt. De schrijfster deelde eerder een interview met haar hartsvriendin Janneke Stegeman.
Ondervraagd door website NieuwWij zei de theologe des vaderlands: “Er moet ruimte zijn voor degenen die hun ervaringen delen, zonder dat iemand vraagt of het wel nu echt zo erg was, zonder alle ‘ja, maar’-dingen. De kern is dat we gaan horen: dit is er gebeurd en het heeft pijn gedaan.” Stegeman hekelde eveneens de “christelijke patriarchale traditie”, die doorwerkt in de discussie over seksueel machtsmisbruik.
Ik ben benieuwd of de — juridisch gezien hachelijke – onvoorwaardelijke steun aan de slachtoffers overeind blijft nu de populaire islamprediker Tariq Ramadan door diverse vrouwen wordt beschuldigd van verkrachting en seksuele intimidatie. Moeten we de schrijfster/activiste Henda Ayari en andere vermeende slachtoffers op hun woord geloven, of is er in dit speciale geval toch sprake van “islamofobie” of zelfs van een “zionistisch complot”?
Meulenbelt heeft de in Rotterdam ontslagen “bruggenbrouwer” altijd te vuur en te zwaard verdedigd tegen aanvallen op zijn islamistische activiteiten en opvattingen. Handhaaft zij deze lijn nu kwetsbare moslimvrouwen mogelijk het slachtoffer zijn geworden van seksuele intimidatie, of komt ze nu met “ja maar dingen”? Het is afwachten geblazen.
“Ja maar,” lijkt in elk geval wel de eerste verdedigingslinie van de Universiteit van Oxford, waar de Zwitserse “islamoloog” een door Qatar betaalde hoogleraarspost bekleedt. Het studentenblad Cherwell berichtte dat Eugene Rogan, directeur van het Midden-Oosten Centrum van de prestigieuze Britse universiteit, tegen verontruste studenten verklaarde dat het in deze kwestie niet alleen om seksueel geweld gaat. “Sommige studenten zien dit als weer een andere manier om te ageren tegen een prominente moslimintellectueel. We moeten moslimstudenten beschermen die hem (Ramadan, CB) geloven en vertrouwen, en dit vertrouwen beschermen.”
De jongste affaire begon op 20 oktober toen Ayari op Facebook openbaarde dat zij door Tariq Ramadan zou zijn verkracht. Uit angst voor represailles had ze jaren lang haar mond gehouden, maar nu vond ze het moment aangebroken om zijn naam te onthullen.
In haar aangifte bij de politie beschuldigde Ayari Ramadan van verkrachting, aanranding, seksueel geweld en intimidatie. De verkrachting zou hebben plaatsgevonden in 2012 in een hotel bij Parijs, waar Ramadan logeerde tijdens een congres van de Union des Organisations Islamiques de France (UOIF), de Franse afdeling van de Moslimbroederschap waarvoor hij regelmatig spreekbeurten gaf.
Ayari is auteur van het boek “J’ai choisi d’être libre” (Ik koos ervoor om vrij te zijn), waarin zij haar levensweg van overtuigd salafiste naar feministisch activiste beschrijft. Daarin geeft ze haar belager de schuilnaam “Zubeyr”. Ayari zou rond 2012 in contact met hem zijn gekomen omdat ze hem raad vroeg over geloofskwesties waar ze mee worstelde. Na enkele Skype-gesprekken spraken ze af op een hotelkamer, waar “Zubeyr” haar omarmde en kuste. Ayari stribbelde in eerste instantie niet tegen, maar voelde zich overrompeld. “Hij maakte misbruik van mijn zwakheid en mijn bewondering voor hem.” Volgens haar boek ging “Zubeyr” door ondanks haar bezwaren. Zij voelde zich zo geïntimideerd dat ze op dat moment en ook in de maanden daarna toegaf en geen klacht durfde in te dienen.”
Met de recente aangifte in het hoofd kost het weinig moeite om de echte naam van “Zubeyr” te herkennen in het boek van Ayari. “Hij blijft lesgeven in de islamitische moraal, poseert als een verlicht filosoof en kalme verdediger van een moderne islam.” Verderop noemt ze hem “een ethicus van de islam.” Met name die laatste aanduiding wijst erop dat Ayari nog voor haar coming out Ramadan op het oog had. Hij is namelijk oprichter en directeur van het Research Center for Islamic Legislation and Ethics (CILE) in Doha, Qatar.
Bij de officiële opening in januari 2012 waren er toespraken van Shaikha Moza Bin Nasser, de tweede vrouw van de toenmalige emir van Qatar, en van Yusuf el-Qaradawi, geestelijk leider van de Moslimbroederschap. Ramadan, die altijd ontkende dat hij onderdeel was van de door zijn grootvader Hassan al-Banna opgerichte beweging, is overigens volgens de biografie op zijn eigen website lid van de door Qaradawi voorgezeten International Union of Muslim Scholars (IUMS).
Na de aanklacht door Ayari stapten andere, tot dusver anonieme, vermeende Ramadan-slachtoffers naar voren. Een nu 45-jarige vrouw zou in 2009 zijn verkracht in een hotel bij Lyon. De Franse krant Le Parisien publiceerde de beschuldigingen van een derde vrouw. Ook zij was vrijwillig naar een hotelkamer gegaan nadat ze advies had gevraagd over geloofszaken. Via de Franstalige tv-zender RTBF meldde zich een vierde vrouw uit België. Ook in haar geval zou een vrijwillig begonnen kennismaking zijn uitgelopen op seksueel geweld.
Zwitserse media hebben zich inmiddels ook op de zaak gestort. Uit zijn woonplaats Genève komt nu het nieuws dat Ramadan in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw minderjarige leerlingen van een middelbare school zou hebben verleid. Volgens hun verklaringen in de Tribune de Genève stemden enkele meisjes in met seks, maar voelden ze zich ook gemanipuleerd en geïntimideerd.
Ramadan ontkent alle beschuldigingen. Hij heeft Ayari aangeklaagd wegens het plegen van smaad via een valse aangifte. Daarnaast heeft hij juridische stappen aangekondigd tegen schrijfster Caroline Fourest wegens “strafbare beïnvloeding van getuigen”. Fourest, een verklaard tegenstander van Ramadan, heeft geschreven dat zij al langer op de hoogte was van diens vermeende seksuele geweld, maar daarover niets kon schrijven zolang de slachtoffers zelf niet naar voren kwamen. De vrouwen zouden contact hebben gezocht met Fourest toen zij in 2009 heftige tv-debatten voerde met Ramadan.
Anders dan Asha ten Broeke geloof ik de slachtoffers niet bij voorbaat. Het politieonderzoek moet uitwijzen of Ramadan zich wel of niet schuldig heeft gemaakt aan seksueel geweld. Het merkwaardige is wel dat deze affaire hem mogelijk meer schade berokkent dan zijn betrokkenheid bij de politieke islam.
Fourest en anderen hebben Ramadan al jaren geleden ontmaskerd als een als linkse progressief poserende islamist, die het stenigen van vrouwen weigert af te keuren en de ideologie van de Moslimbroeders opdient met een pseudo-modern sausje. “Bruggenbouwer” Ramadan bleef een lieveling van internationale media, die voor zoete koek slikten dat hij niets te maken zou hebben met de Moslimbroeders.
Tariq Ramadan kwam nooit ten val door de over hem aangedragen harde feiten. Bizar dat de islamitische ethicus nu mogelijk zal struikelen over zijn eigen morele gedrag.