Opwinding en ergernis ontstaan vooral door zelfislamisering

Door Carel Brendel, 17 december 2010

HalalBij eerdere incidenten heb ik al eens vastgesteld dat mensen zich in het islamdebat nog het meest opwinden over het fenomeen zelfislamisering. De volkswoede richt zich niet zo zeer op Faizel Enait, maar meer nog op de commissies en colleges die zo’n islamdrammer in het gelijk stellen, faciliteren of belonen. Niet de moslim die klaagt over een schilderij van een varken maakt de mensen boos, maar de directie die het schilderij weghaalt nog voor er een moslim op het idee komt om te klagen.

Het zelfde speelt in het deze week losgebroken debatje over halal voedsel in de schappen van supermarkten en het verstrekken van halal lunchpakketten aan politiemensen. ‘Wat maakt het uit als je een keer geen broodje ham krijgt?’ is een veel voorkomende reactie. Inderdaad, dat maakt niet veel uit. Maar de achterliggende mechanismen maken wel iets uit.

Met de komst van de islam is het vanzelfsprekend dat halal producten en bedrijven hun intrede hebben gedaan in ons land. De Albert Heijn aan het Gelderlandplein in Amsterdam-Buitenveldert heeft een apart vak voor kosjer producten. In navolging daarvan zie je al vele jaren schappen met halal producten in supermarkten in hoofdstedelijke wijken met veel moslims. Snackbars en eethuizen geven aan dat ze halal zijn, zodat de consument weet waar hij aan toe is.

Even vanzelfsprekend is het dat kantines en cateringbedrijven rekening houden met de eventuele vraag naar halalproducten. In de luchtvaart kunnen reizigers immers ook opgeven of ze vegetarisch, kosjer, halal of ‘gewoon’ luchtvaartvoedsel willen verorberen.

Het wordt anders als de niet-religieuze consument opeens volgens religieuze voorschriften bereid voedsel krijgt opgediend zonder dat hem ook maar iets wordt gevraagd. Deze ingreep wordt verdedigd met schijnargumenten als ’rekening houden met elkaar’ en ’diversiteit’. In de praktijk betekent ’rekening houden met’ vooral uit rekening houden met religieuze gevoelens en geen rekening houden met de gevoelens van ongelovigen en andersdenkenden.

Idem dito bij de politie. Bij de korpsen staat de diversiteit hoog in het vaandel. Ondertussen maakt de culinaire diversiteit plaats voor eenvormigheid. In dit geval wordt diversiteit ondergeschikt gemaakt aan de religieuze eisen van imams en hun aanhang. Storend is ook de vanzelfsprekendheid waarmee de verstrekkers er van uit gaan dat alle agenten met een moslimachtergrond per se halal voedsel willen.

“Er waren steeds te weinig halalpakketjes of ze kwamen niet bij de juiste mensen terecht”, zei een woordvoerder van de politie IJsselland tegen de regionale krant De Stentor. Los dat probleem dan op, zou ik zeggen. In plaats daarvan kiest de politieleiding voor de weg van de minste weerstand, die uiteindelijk de meeste weerstand oproept vanwege de achterliggende zelfislamisering.

Het zelfde fenomeen speelt bij de beslissing van Friesland Foods om de kaasproducten Milner, Slankie en Frico ook in Nederland halal te certificeren. Het zuivelconcern is zeer actief in het Midden-Oosten. Het liep daarom voorop bij het capituleren voor de geregisseerde volkswoede rond Fitna. In grote advertenties in bijvoorbeeld de Maleisische media liet Friesland Foods weten dat het bedrijf het niet eens was met de Wilders-film.

Over het halal maken van hun kaasproducten voor de Nederlandse markt waren de Friese zuivelbazen niet zo communicatief. De captains of industry hebben geen problemen met zelfislamisering, maar hebben kennelijk wel een probleem met het bekend worden van deze zelfislamisering.