DENK trekt Moslimbroeder en Erdogan-fan aan voor externe betrekkingen

Door Carel Brendel, 10 mei 2015

DENK-functionaris en FEMYSO-bestuurder Umar Chaudry (links) op de foto met de Turkse politicus Erdogan.

DENK-functionaris en FEMYSO-bestuurder Umar Chaudry (links) op de foto met de Turkse politicus Erdogan.

FEMYSO, de jongerenorganisatie van de Moslimbroeders verzwijgt haar politieke achtergronden, maar krijgt desondanks volop steun van de Europese instellingen. Ook Nederland spreekt een woordje mee. Het Nederlandse FEMYSO-bestuurslid is onlangs benoemd tot campagneleider van de nieuwe partij DENK. Daarnaast is hij een bewonderaar van de Turkse president Erdogan.

In de Archimedesstraat in Brussel, onder de rook van talloze Europese instellingen, zetelt het Forum of European Muslim Youth and Student Organisations. Deze FEMYSO, zo staat in het jaarverslag over 2014, wil de moslimjeugd een stem geven op Europees niveau.

De inleiding op het jaarverslag spreekt mooie woorden over “identiteit” en “een bijdrage leveren aan de maatschappij”. Het gaat over “respect voor culturen en religies” en over “actief burgerschap, sociale harmonie en respect voor mensenrechten, gelijkheid en rechtvaardigheid voor alle jongeren.”

De FEMYSO-campagnes richten zich tegen “islamofobie” en “racisme”. De islamitische jongeren- en studentenkoepel heeft van de bestrijding van deze nare zaken haar speerpunt gemaakt.

Dit mooie streven wordt beloond met Europese subsidies, zo blijkt uit hetzelfde jaarverslag. Maar liefst drie Europese organisaties steunen FEMYSO: De Raad van Europa, de European Youth Foundation (EYF, een onderdeel van de Raad van Europa) en de Europese Unie. Support krijgt FEMYSO ook van de Open Society Foundations, de mensenrechten-NGO van George Soros en Mabel van Oranje. De vijfde FEMYSO sponsor is de Britse hulporganisatie Human Appeal International, die nauwe banden heeft met de Moslim Broederschap.

In het 32 pagina’s tellende jaarverslag staat niet vermeld hoeveel de diverse instellingen bijdragen aan de begroting, hooguit aan welke conferentie of trainingsbijeenkomst is meebetaald door een van de genoemde organisaties.

Opvallend is vooral de totale zwijgzaamheid van de FEMYSO over haar eigen achtergronden. Serieuze onderzoekers hebben jaren geleden al vastgesteld dat FEMYSO een onderdeel is van de Europese Moslimbroederschap (MB) — een internationale beweging binnen de politieke islam, die streeft naar de invoering van de sharia en de oprichting van een kalifaat, maar dan langs de geleidelijke weg, hoewel in bepaalde gevallen (Hamas) ook door middel van terreur.

Een van de FEMYSO-oprichters was Ibrahim el-Zayat, leider van de MB in Duitsland. El-Zayat was in het verleden onder meer de Europese vertegenwoordiger van de World Association of Muslim Youth (WAMY), deed de public relations voor de Federation of Islamic Organisations in Europe (FIOE) en zat in het internationale bestuur van Islamic Relief Worldwide, allemaal MB-organisaties.

El-Zayat was tevens door zijn huwelijk met Sabiha Erbakan, een nicht van de vroegere Turkse premier Necmettin Erbakan, een spil in de Duitse tak van Milli Görüs, de Turkse variant van de Moslim Broederschap. Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel bij FEMYSO aangesloten organisaties afkomstig zijn uit de hoek van FIOE en Milli Görüs.

Inmiddels heeft een tweede generatie het roer overgenomen van de oprichters. De huidige FEMYSO-voorzitter is Intissar Kherigi, een dochter van de Tunesiër Rachid Ghannouchi, een internationale grootheid onder de Moslimbroeders.

Vice-voorzitter en hoofd interne ontwikkeling is Hajjar al-Kaddo uit Ierland, ongetwijfeld familie van Nooh al-Kaddo, de leider van een belangrijk MB centrum in Dublin en in onze contreien beter bekend als bestuurder van de Essalam Moskee in Rotterdam. De andere vice-voorzitter, tevens campagneleider, is de Zwitser Youssef Himmat. Ook hij heeft een bekende achternaam. Ghaleb Ali Himmat was een Europese Moslimbroeder van het eerste uur. Zijn dochter Huda Himmat was eerder al eens vice-voorzitter van FEMYSO.

Het lijkt wel de plaatselijke korfbalclub, waar de kinderen en kleinkinderen van de oprichters de fakkel overnemen. FEMYSO is echter geen korfbalclub, maar kan eerder worden bestempeld als de Qaradawi Jeugd. Het is onderdeel van een internationale beweging, die haar politieke achtergronden zorgvuldig verzwijgt, daartoe mede in staat gesteld door niets uitzoekende kwaliteitsmedia. Bij Nieuwsuur of NRC Handelsblad zult u niet zo snel iets zien of lezen over de Europese lobby van de Moslimbroederschap.

Is dat verzwijgen erg dan? Ik denk het wel. Het is bekend dat de Moslimbroederschap een handelsmerk heeft gemaakt van het benoemen van “islamofobie”, een ongelukkig woord voor haat tegen moslims. De Broeders hebben daarbij de neiging om ook zakelijke kritiek op de ideologie van de politieke islam weg te zetten als moslimhaat. Waar “islamofobie!” wordt geroepen, zijn de Moslimbroeders nooit ver weg. Het is daarom een slechte zaak dat hun aanwezigheid wordt versluierd in een lobbyclub die ruim aanspraak maakt op Europese subsidies.

Geheime diensten als de AIVD maakten zich de afgelopen jaren zorgen over de groeiende invloed van de Moslimbroeders. Volgens de gleufhoeden gaat er overigens op dit moment geen directe dreiging uit van de Broeders. Maar op de langere termijn kunnen ze wel degelijk een risico vormen voor de democratische rechtsorde. Ondertussen deelt Europa subsidies uit aan een lobbyclub die precies weet welke woorden in de smaak vallen in Brussel, maar alle banden met de Moslimbroeders zorgvuldig verzwijgt.

Binnen FEMYSO speelde Nederland altijd een klein rolletje. In juli 2011 meldde bestuurslid Umar Chaudry van studentenvereniging MashriQ dat zijn vereniging als officieel lid van FEMYSO was toegelaten.

Op de website van FEMYSO staat nu dat Chaudry inmiddels tot de leiding is toegetreden. Binnen het dertien leden tellende uitvoerend comité is hij verantwoordelijk voor de marketing.

Op zijn eigen Facebook pagina vertelde Chaudry dat een van zijn eerste acties in zijn nieuwe rol als FEMYSO marketeer een bezoek was aan Turkije. Chaudry en zijn delegatie maakten in september 2013 een tour langs ministeries, regeringsgebouwen en het Turkse parlement.

Het klapstuk van de marketingmissie was een bezoek aan het hoofdkwartier van de regerende AKP in Ankara. Daar werd de FEMYSO-delegatie uitgenodigd om langs te komen op de bovenste verdieping, in het kantoor van (toen nog) premier Recep Tayyip Erdogan, de politicus die (inmiddels als president) leiding geeft aan de herislamisering van Turkije.

Chaudry was blij verrast. Trots ging hij op de foto met Erdogan en schreef: “Wat een sterke persoonlijkheid heeft deze man als leider.” Turkije, dat sinds de militaire staatsgreep in Egypte fungeert als belangrijke steunpilaar voor de MB in het Midden-Oosten, was ook de Europese MB-jongeren welgezind, aldus Chaudry’s verslag. “Deze trip was een grote inspiratie voor ons nieuwe team. Veel dank voor iedereen, met name voor de broeders en zusters van de Turkse partijjeugd die ons hebben rondgeleid.”

Als bestuurslid van een Europese MB-beweging en bewonderaar van Erdogan had Chaudry kennelijk alle papieren voor een functie bij de Beweging DENK, de nieuwe partij van de afgesplitste Turkse Kamerleden Tunahan Kuzu en Selcuk Öztürk. Afgelopen maand (april 2015) is Chaudry in dienst getreden als “community manager” van DENK. In de Tweede Kamer is de studentenleider verantwoordelijk voor het “management van de externe betrekkingen van de nieuwe politieke beweging.”

Nederland spreekt een woordje mee in Brussel. En nu maar hopen dat het Turkije van Erdogan geen woordje meespreekt in Den Haag.