Als je ‘Free Yassin’ twittert, moet je niet zeuren over racisme en discriminatie
Door Carel Brendel, 6 december 2012
Na ruim drie dagen weten we nog verdraaid weinig over de jonge voetballers, die afgelopen zondag in Almere een grensrechter in elkaar hebben geschopt, zo hardhandig dat de man enkele uren later in een ziekenhuis aan hersenletsel overleed. Er zijn drie jeugdspelers van Nieuw-Sloten aangehouden (15, 15 en 16 jaar oud). Hun allochtone achtergrond is nog niet officieel bevestigd. De Telegraaf meldde eerst dat het om drie knapen met een Marokkaanse achtergrond zou gaan. GeenStijl vermoedde op grond van tweets uit hun omgeving dat er een Marokkaanse en een Antillaanse Amsterdammer zijn opgepakt, maar had geen informatie over de derde verdachte. Verder circuleerde er een zeer multiculturele namenlijst van het B1-elftal van Nieuw-Sloten, dat ook op andere velden voor problemen had gezorgd – met overigens ook enkele zeer autochtoon klinkende namen. En tenslotte doken er volslagen doorgedraaide figuren op, mogelijk uit hun directe omgeving, die vinden dat de doodschoppers terstond vrij moeten komen. Door toedoen van deze ‘vriendjes’ ligt de identiteit van de drie verdachten inmiddels op straat.
De tweets (‘Free Yassin’) van deze scholieren vinden terecht geen genade bij de directie van het Huygens College in Amsterdam-West. Het Parool berichtte gisteren ook nog dat een van de jongens afkomstig zou zijn uit een groot probleemgezin zonder structuur. De bron hiervoor was een door de krant geciteerde anonieme ‘ingewijde’.
Ondanks het gebrek aan informatie is het grote speculeren over de afkomst en de motieven van de verdachten volop bezig. Het gaat om een ‘racistische moord’, meent Joost Niemöller van De Dagelijkse Standaard met grote stelligheid. Toen hij dat schreef, was over de motieven van de ‘daders’ nog niets naar buiten gekomen, maar gezien hun achtergrond (die op dat moment dus ook nog niet vaststond) moest er wel racisme in het spel zijn. “Als drie Nederlandse jongens een Marokkaanse grensrechter hadden doodgetrapt, dan had geen enkele krant getwijfeld aan het motief,” reageerde Niemöller in een twitterdiscussie. Waarmee hij in feite toegaf dat hij een spiegelbeeld fabriceerde van slechte journalistiek uit de hoogtijdagen van het politiek correcte tijdperk.
PVV-leider Geert Wilders verklaarde gisteren dat politiek en media ‘blind’ zijn voor ‘het racistische geweld van Marokkanen’. ‘Dit is een Marokkanenkwestie,” zei hij in de Telegraaf, die hij kennelijk slecht leest. Daar was het verhaal over drie Marokkaanse verdachten inmiddels voor één derde bijgesteld. Op pagina 10 stond dat het ging om ‘twee 15-jarige jongens van Marokkaanse en een 16-jarige jongen van Antilliaanse afkomst’.
Jaren lang hebben woordvoerders, politici en journalisten bij veel criminaliteit de etnische component bewust buiten beeld gehouden. Deze opstelling heeft averechts gewerkt. Ze heeft, denk ik, de fixatie op etniciteit alleen maar vergroot. Het nieuwsgierige publiek deed zelf wel zijn huiswerk met behulp van voornamen, initialen, plaats delict en omstandigheden. Grote omzichtigheid van de autoriteiten was altijd een teken dat de verdachte misschien wel in allochtone hoek moest worden gezocht. Dan lijkt me open kaart over de achtergronden van een verdachte nog altijd beter dan de vroegere (op sommige plaatsen nog altijd heersende) krampachtigheid. Benoemen kan geen kwaad, zolang het benoemen niet ontaardt in generaliseren.
In het geval van de doodgeschopte grensrechter Richard Nieuwenhuizen is het benoemen nog niet zo eenvoudig. Zo te zien is er sprake van verschillende, elkaar deels overlappende problemen. Allereerst is er sprake van een algemene gezags- en opvoedingscrisis, die leidt tot huftergedrag op scholen, in trams en treinen, in winkelcentra, bij verkeersruzies. Politiemensen, ambulancepersoneel, conducteurs en leraren kunnen er over meepraten. In de publieke ruimte vallen vooral de overlast en criminaliteit van groepen Marokkaanse jongeren op. Maar zij hebben beslist niet het alleenvertoningsrecht op dit wangedrag.
Als gevolg van gewenning worden de gezagsproblemen vaak ontkend of verdoezeld. Vooral scholen staan voor een dilemma. Moeten we de normen strikt handhaven, desnoods leerlingen verwijderen met negatieve publiciteit als mogelijk bijeffect, of gaan we schipperen in de hoop dat het allemaal zal meevallen? Voor dezelfde afweging staat ook de voetballerij. Afgaande op de eerste reacties van de KNVB werd daar de ernst van de problemen op de amateurvelden niet onderkend. Het B1-elftal van Nieuw-Sloten was al diverse keren in beeld door agressie en wangedrag. Onlangs nog werd de trainer van een tegenpartij bedreigd door de voetbaljunioren uit Amsterdam-Nieuw-West. Wie anderen bedreigt, wacht een lange schorsing, dacht ik in al mijn onschuld. Maar de voetbalbond ‘bestrafte’ het team met niet meer dan een voorwaardelijke boete van 100 euro.
Van de Champions League en de eredivisie tot in de diepste krochten van het recreatieve voetbal leggen spelers en trainers zich niet neer bij scheidsrechterlijke beslissingen. Ouders langs de lijn en voetbalmiljonairs geven het verkeerde rolvoorbeeld. Door gewenning valt het niemand meer op. En ook hier beperkt het probleem zich niet tot de multiculturele hoek. Amateurscheidsrechter en columnist Jan Dijkgraaf beschreef deze week treffend wat hij aan geweld heeft meegemaakt op de zeer autochtone Friese voetbalvelden.
Dat de algemeen heersende gezags- en opvoedingsproblemen zich toespitsen bij groepen Marokkaanse jongeren kan echter niet worden ontkend. Dikke rapporten zijn er over gemaakt en hele boeken zijn er over volgeschreven, van Het Marokkanendrama (Fleur Jurgens) tot de Marokkaanse Lieverdjes(Hans Werdmölder). De schoppartij in Almere is slechts één recent symptoom. Het Algemeen Dagblad berichtte gisteren over een 78-jarige Rotterdammer, die in Kralingen door een groep van veertig jonge Marokkanen zou (* zie aanvulling) zijn afgeranseld. Trouw bracht vorige week een artikel over het Rotterdamse stadsdeel Delfshaven, waar ‘Marokkanen de Marokkaanse overlast spuugzat’ zijn. Het verhaal begon over drugsbendes, maar schakelde plotseling over op opdringerig straatgedrag tegenover vrouwen en meisjes. De reportage was gemaakt naar aanleiding van de spraakmakende Belgische documentaire Femmes de la Rue, en was kennelijk in een lade beland. De drugsproblemen aan de Maas vormden het handvat om alsnog te publiceren.
In reacties lees ik her en der dat de oorzaak van alle problemen bij de islam ligt. Als het allemaal aan deze godsdienst ligt, waarom zijn deze gedragsproblemen dan niet of althans veel minder aanwezig onder Turkse jongeren? En waarom dan weer wel bij de Antilliaanse jeugd en onder een segment van de autochtone jongeren?
De islam is niet mijn favoriete religie, maar ik zie geen directe lijn met de dodelijke mishandeling in Almere. Wilderiaanse retoriek over ‘straatjihadi’s’ is aan mij niet besteed. In de Koran kom ik geen soera’s tegen die voetballers oproepen om grensrechters dood te schoppen. De naar-de-islamwijzers hebben ook geen verklaring voor de deelname van een jongen van Antilliaanse komaf. Dan lijkt me een collectieve geweldsexplosie als gevolg van te hoog testosteron en te laag normbesef een plausibelere verklaring.
De koran bevat ook geen soera’s die oproepen om bejaarden af te ranselen of meisjes op straat te intimideren. Maar de islam helpt ook niet echt bij het voorkomen van sommige gedragingen. Trouw-reporter Ludette el Barkany tekende in Delfshaven op waarom knapen van Marokkaanse afkomst vrouwen lastig vallen bij een supermarkt aan de Nieuwe Binnenweg. De 16-jarige Badr verklaart dat meisjes maar een hoofddoek op moeten doen als ze niet willen worden ‘versierd’. Voor moslimmeisjes heeft hij daarentegen wel ‘respect’. De 16-jarige Yassin corrigeert hem echter. Een hoofddoekje met sexy kleding slaat nergens op, vindt hij. “Dat zijn ook gewoon hoeren.” Badr en Yassin zullen zulke dingen vast niet horen in de moskee, want ik vermoed dat ze die zelden bezoeken. Maar ze hebben het toch ergens vandaan.
In een vergelijkbare jongerensubcultuur in Amsterdam roepen scholieren op tot de vrijlating van Yassin, een van de drie verdachten van de dodelijke schoppartij. Nogmaals, grensoverschrijdend gedrag beperkt zich niet tot de jeugd met een Marokkaanse achtergrond. Maar dat is geen reden om het niet te benoemen. Of de ogen te sluiten voor het gezags- en opvoedingsprobleem in heel Nederland. Er zijn twee forse problemen. Die overlappen elkaar op het voetbalveld, zo is afgelopen zondag gebleken.
Over de oplossing breken de deskundigen zich nu het hoofd. Slechts twee dingen wil ik er over kwijt.
1. Tuig moet je aanpakken, punt uit, ongeacht de afkomst. Geen verschil maken tussen allochtonen en autochtonen. (Overigens: weg met die woorden!)
2. We moeten stoppen met het voeden van de verongelijktheid van deze jongeren. Wie ‘Free Yassin’ twittert, moet niet zeuren over racisme, discriminatie of islamofobie.
Aanvulling: (7 december) Het woord ‘zou’ is hier gepast. Een reportage van GeenStijl zet grote vraagtekens bij het verhaal van de bejaarde Rotterdammer.