Harde taal in fluwelen woorden

Door Carel Brendel, 11 december 2010

Bijgaand artikel stond gisteren (10 december) in het papieren Parool. Het is een column van Gerard Mulder over de reactie van de Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan op de opzienbarende uitspraken van oud-politicus Frits Bolkestein over de sombere toekomst van de orthodoxe joden in Nederland. Vanwege het belang van deze scherpe column ben ik zo vrij hem hier online te zetten.

Door Gerard Mulder

Op de voorste Amsterdampagina van deze krant stond twee dagen geleden een bericht over een viering van het Joodse chanoekafeest op de Dam. Normaal zou ik dit bericht hebben overgeslagen, uitgaande van mijn diepzinnige theologische overtuiging dat je van mij mag geloven wat je wilt, als je mij er maar buiten laat. Maar nu was het anders.

Eberhard van der LaanNog niet eens omdat bij het korte stuk een grote foto prijkte van Amsterdams burgemeester Eberhard van der Laan, met de eeuwige ambtsketen om (kennelijk is hij bang dat zonder die ketting de mensen niet weten wie hij is) naast een orthodoxe rabbijn. Op zichzelf is het niet ongewoon dat de burgemeester van Amsterdam typisch Joodse manifestaties bezoekt. Maar ditmaal had zijn verschijnen een bepaalde lading.

Zoals in deze krant valt na te slaan, hebben vooral in Amsterdam, de stad met de meeste Joodse geschiedenis en achtergrond van Nederland, de recente woorden van VVD-coryfee Frits Bolkestein veel indruk gemaakt. In een interview voor een boek blijkt Bolkestein de als gelovig herkenbare Joden aan te raden weg te gaan uit Nederland, en te emigreren naar Israël of Amerika, waar ze nog wél veilig zijn.

Dit advies is hem ingegeven door zijn weinig hoopvolle verwachting dat het antisemitisme onder Marokkaanse en Turkse jongeren zal blijven toenemen. Met andere woorden: de kans dat een als Joods herkenbare Jood zal worden bedreigd, bespuugd, uitgescholden of in elkaar geslagen, neemt volgens deze politicus dusdanig toe dat er geen kruid tegen gewassen is.

Onmiskenbaar zit in deze redenering de aanname opgesloten dat de Joden niet (meer) kunnen rekenen op een vastberaden overheid die alles zal doen om het antisemitisme zijn overwinning te onthouden.

Het is juist deze conclusie die veel mensen terecht onverteerbaar vinden. Dus toen het symbool bij uitstek van die overheid, de van zijn ambtsketen voorziene burgemeester, opdook bij een Joodse festiviteit in het hart van de stad, wilde ik wel lezen hoe hij de bevreesde en ongeruste burgerij een hart onder de riem zou steken.

Ervan uitgaande dat de in het bericht afgedrukte citaten inderdaad het belangrijkste vormen van wat hij over dit onderwerp te zeggen had, herhaal ik ze hier.

“Tolerantie betekent dat je zaken van anderen accepteert waar je zelf niet blij mee bent of ronduit tegen bent. Tolerantie betekent dat je de ander, ondanks verschillen van mening, cultuur en aard, als mens blijft zien. Dat geeft de ander de ruimte om datzelfde met jou te doen.” Daarna volgden een paar zinnen van dezelfde strekking.

Volgens Van der Laan moeten we waakzaam zijn. “Niet alleen jegens intolerantie in het algemeen, maar ook jegens angst in onszelf. We leven in een tijd waarin tolerantie niet vanzelfsprekend is. Angst voor de ander neemt toe, en wordt door sommigen aangewakkerd.”

Tja, ferme taal natuurlijk, daar niet van. Maar eerlijk gezegd toch zo wollig dat alleen een Kremlinduider uit vervlogen Sovjet-tijden hieruit de verborgen boodschap kan distilleren. Laat ik een poging wagen. Tussen haakjes staat de herkomst van mijn interpretatie.

Feitelijk zegt Van der Laan tegen de duidelijk als Joods herkenbare Joden op de Dam het volgende. Ik ga niets voor jullie doen (hij zegt namelijk niet dat hij iets gaat doen). Dat hoeft ook niet, want die angst voor antisemitisme zit alleen in júllie hoofden (jullie zijn niet waakzaam genoeg tegen het laten ontstaan van de angst in jullie zelf). Jullie laten je op stang jagen door die gekke Bolkestein (angst die door sommigen, lees Bolkestein, wordt aangewakkerd). En wat intolerantie betreft, mogen jullie wel wat meer pikken van de jonge allochtonen (zaken van anderen accepteren waar je zelf niet blij mee bent of ronduit tegen bent, zoals, voeg ik er bij wijze van voorbeeld zelf aan toe, antisemitisme).

Het is een harde boodschap van de burgemeester, zij het verpakt in moraliserend fluweel om de Joden niet voor het hoofd te stoten. Wel is het, nogal opvallend, andere koek dan een paar weken geleden, toen hij zonder omfloerste bewoordingen een keihard optreden aankondigde tegen disco’s en cafés die Marokkanen weigeren. Vanwaar dit verschil in presentatie? Ik weet het niet, maar de gedachte bekruipt mij dat Van der Laan, al is hij nu de burgervader van álle Amsterdammers, toch scherp in de gaten houdt waar de meeste stemmers op zijn partij te vinden zijn.

Een Kremlinduider kon de verborgen boodschap distilleren. Het antisemitisme neemt toe en de overheid doet er weinig aan, zei Frits Bolkestein. Toen de Joden vervolgens bij burgemeester Van der Laan aanklopten, hield hij eerst ze een spiegel voor.