Nieuws dat de media amper haalde: Haagse jihadist gesneuveld in Irak

Door Carel Brendel, 3 januari 2015

De Koning op veldwerk bij een demonstratie voor de sluiting van de TA-afdelingen in de gevangenissen van Vught en Rotterdam.

De Koning op veldwerk bij een demonstratie voor de sluiting van de TA-afdelingen in de gevangenissen van Vught en Rotterdam.

Antropoloog Martijn de Koning wekt wrevel met zijn veldwerk onder moslimextremisten. Met zijn opinies ben ik het zelden eens, maar zijn onderzoek is serieus en informatief. In zijn laatste onderzoek staat tussen de regels nieuws dat de media amper haalde. De Haagse jihadist Chahied, die eerder een jaar in Pakistan gevangen zat, is vorig jaar gesneuveld in Irak.

Mogelijk ben ik in de enige islamkritische blogger en/of journalist die antropoloog Martijn de Koning serieus neemt als wetenschapper. Dat komt vermoedelijk omdat ik de moeite heb genomen om een aantal van zijn boeken en artikelen te lezen.

Met twee Nijmeegse collega’s publiceerde “Dokter Kromzwaard” (zijn bijnaam is uitgegroeid tot een soort geuzennaam) afgelopen zomer een zeer informatief boek over Salafisme in binnen- en buitenland.

Ik beschouw De Koning als de best ingevoerde onderzoeker op het terrein van het “polderjihadisme”, de kleine stroming binnen de Nederlandse islam, waarvan de aanhangers de jihad in Syrië en Irak in woord en daad ondersteunen. In honderden gevallen doen ze dat inmiddels door zelf af te reizen naar het kalifaat en omstreken.

Vorige maand verscheen Eilanden in een Zee van Ongeloof, een rapport dat De Koning samen met de onderzoekers Carmen Becker, Ineke Roex en Pim Aarns schreef over “activistische dawa-netwerken in België, Nederland en Duitsland”. De Koning tekende voor het dikste hoofdstuk, over de geschiedenis, achtergronden en ontwikkeling van Behind Bars, Straat Dawah en Sharia4Holland.

Wie wil weten hoe deze netwerken zijn ontstaan, wat de onderlinge verbanden zijn, wat de leden bezielt en hoe de “activistische dawa” in een hogere versnelling raakte en in veel gevallen uitmondde in de actieve jihad, die vindt alles bij De Koning. Met voetnoten, bronnen, data, zoals dat hoort in de wetenschap.

Alleen de “activisten” zelf figuren in het rapport in bijna alle gevallen onder hun islamitische schuilnaam. Of hun identiteit is “geanonimiseerd”, wat hen overigens niet in alle gevallen onherkenbaar maakt voor de buitenwacht. Zo lezen we op blz. 190 over een “mediafiguur” die in de zomer van 2013 hevige ruzie kreeg met de rest van het netwerk.

“Zijn positie binnen de activistische dawa-netwerken, die al marginaal was, was daarmee zo goed als verdwenen,” schrijft De Koning over deze mediafiguur, in wie de oplettende lezer probleemloos Shabir Burhani zal herkennen. Burhani, beter bekend als Maiwand al-Afghani en ondanks zijn excommunicatie nog veel gevraagd door de media, vertelde immers uitgebreid over zijn belevenissen in een door hemzelf openbaar gemaakt gesprek met De Koning.

Mijn waardering voor de onderzoeker De Koning geldt niet voor de opiniemaker De Koning. Het antropologische veldwerk stelt hem in staat om het vertrouwen van de activisten te winnen en inzicht te krijgen in hun acties en motieven. De antropologische methode belemmert hem tegelijkertijd om een krachtig oordeel te vellen over zijn doelgroep. Dan is er nog het probleem dat De Koning tijdens de gezellige voetbalbarbecue vermoedelijk niet alles te horen krijgt, of niet alles mag verklappen om het vertrouwen van zijn doelgroep te behouden.

Het resultaat is een stroperige postmodernistische brij van wollige zinsneden over “activisten” die kiezen “voor alternatieve ethische principes in hun eigen persoonlijke leven, het beschermen en afschermen van de privésfeer tegen inbreuk die men ervaart door het islamdebat, media en overheidsoptreden.” Of: “Door middel van hun verzet tegen de regulering van moslims, zoals die wordt gepropageerd door de overheid en in de media, probeerden de dawa-activisten alternatieve manieren van leven en alternatieve antwoorden op de vraag ‘wie hoor ik te zijn?’ in de praktijk te brengen.”

Als ik dat lees, denk ik: “Martijn, kun je niet één keer hardop zeggen dat we hier te maken hebben met een groep religieuze extremisten, die alle verworvenheden van de vrije samenleving willen inruilen voor een totalitair en Middeleeuws stelsel? Kun je niet één keer duidelijk stellen, dat een democratische samenleving alle reden heeft om zich te verweren tegen dit zich op de islam beroepende extremisme, dat in sommige delen van de wereld inmiddels angstaanjagende vormen heeft aangenomen?”

Het wegrelativeren van onaangename aspecten is, vrees ik, een onvermijdelijk bijproduct van dergelijk veldwerk. Dankzij de vriendschap tussen Peter R. de Vries en de ontvoerders van bierbrouwer Freddy Heineken en chauffeur Ab Doderer weten we dat het in wezen gewone, toffe en humoristische Amsterdamse jongens waren. Maar zo kregen we ook interessante informatie over alles wat er aan hun laffe misdaad voorafging. Als voormalig stadsverslaggever van het Parool herinner ik me een Radio Stad Amsterdam-reporter die de straatrellen in de Vondelstraat bijkans regisseerde vanaf het balkon van een fel bevochten krakersbolwerk. Zo ver in de participatie gaat De Koning in elk geval niet.

Het rapport van De Koning, Becker, Roex en Aarns volgt de gebeurtenissen tot en met december 2013. Toch bevat het een nieuwsfeit uit 2014, dat voor zover mij bekend niet echt de media heeft gehaald. De Koning beschrijft de ontwikkelingen binnen de Nederlandse netwerken aan de hand van het levensverhaal van de Haagse salafist “Abu Muhammed”. Deze “Abu Muhammed” was lid van een vriendenclub die niet meer welkom was in de As Soennah Moskee, toen deze na 2005 in “gematigder” vaarwater raakte.

In 2011 maakte “Abu Muhammed” met zijn aangetrouwde neef “Abu Faris” een reis naar het Midden-Oosten en Zuid-Azië. Via Turkije en Iran raakte het tweetal in een Pakistaanse gevangenis, waar ze naar eigen zeggen zwaar werden mishandeld door de Pakistaanse geheime dienst.

Terug in Nederland raakte “Abu Mohammed” betrokken bij de groep rond Behind Bars en virtueel jihadclubhuis De Ware Religie. Volgens De Koning was “Abu Muhammed” degene die in september 2013 op een Haags voetbalveld met een door ISIS veel gebruikte islamitische vlag zwaaide. Dat vormde de inleiding tot enkele weken ophef rond de Haagse groep.

Ongeveer een jaar geleden vertrok “Abu Mohammed” naar Syrië. Als “Fighting Jihadist” maakte hij daar de jihadpropagandafilm Oh Oh Aleppo. Kort daarna sloot hij zich aan bij de Islamitische Staat. Het wachten is nu op Oh Oh Raqqa.

Een opmerkelijke voetnoot in zijn levensverhaal staat op blz. 307 van Eilanden in een Zee van Ongeloof. Achter “Abu Faris” staat: “(in 2014 omgekomen in Irak, red.)” Waar, wanneer en hoe staat er niet bij. Zijn dood wordt verderop bevestigd door “Abu Muhammed”: “Abu Faris en ik wedijverden met elkaar wie meer opofferingen had meegemaakt en hij heeft mij met zijn martelaarschap overtroffen. Moge Allaah mijn geliefde broeder begenadigen en accepteren.”

Over zijn dood valt vrijwel niets terug te vinden in het Nederlandse krantenarchief LexisNexis. Ik zag alleen dat de opmerking tussen haakjes ook al stond in een portret van “Abu Muhammed”, dat De Koning (samen met Jeroen Kostense) schreef voor weekblad De Groene Amsterdammer.

Eveneens opvallend is de schaarse berichtgeving over “Abu Faris” bij De Ware Religie. Op 4 juni 2014 verscheen daar een in memoriam voor “Abu Talha al-Khorasani”, een andere Nederlandse jihadist uit de Haagse regio die eerst naar Somalië probeerde te reizen, later ging vechten in Afghanistan en uiteindelijk in Syrië sneuvelde.

Aan het slot van dit stuk ziet de auteur (ik gok op “Abu Muhammed”) in een droom “Abu Faaris” verschijnen. Hij noemt hem “de Nederlandse martelaar, wiens echte naam Chahied is.” Deze Chahied reisde volgens hem samen met “Abu Talha” naar Afghanistan, maar werd gevangen genomen in Pakistan.

Het gaat dus om de man die samen met “Abu Muhammed” in een Pakistaanse gevangenis zat, en alleen daarom al als een belangrijke figuur kan worden beschouwd in de Haagse groep. Het merkwaardige is, dat de (volgens de NOS) “doorgaans goed geïnformeerde website dewarereligie.nl” nooit een apart nieuwsbericht heeft gewijd aan de dood van Chahied.

Er zijn raadsels rond het polderjihadisme die zelfs een Dokter Kromzwaard niet kan oplossen.

Aanvulling: Via twee tweets belooft “Abu Muhammed” meer informatie over de dood van Chahied. Hij zegt: “Elke martelaar is een unieke persoon met een uniek verhaal… echter het verhaal van Abu Faaris overtreft vele. Binnenkort wordt zijn verhaal gepubliceerd en is het mysterie rond Abu Faaris plots een nobele geschiedenis!”