Sharia-extremisme lastig te bestrijden met shariapredikers in de moskee

Door Carel Brendel, 9 juli 2012


Opiniemaker Ibrahim Wijbenga roept moskeeën en jongerenwerkers op om stelling te nemen tegen extremistische shariagroepen. Een lastige opgave omdat ook in moskeeën de sharia wordt gepredikt, alleen niet zo radicaal en provocerend als door de straatpredikers.

“Het is de hoogste tijd dat de moslimgemeenschap stelling neemt tegen de praktijken van zelfbenoemde uitnodigers van de islam. En dan niet alleen omdat zij met hun van haat en onverdraagzaamheid doordrenkte opvattingen een belediging zijn voor de islam, maar ook omdat zij een gevaar voor onze samenleving vormen. De marge tussen theorie en praktijk is bij deze uitnodiging heel klein.” Dringende waarschuwing vanmorgen in de Volkskrant van Ibrahim Wijbenga, straathoekwerker, CDA-raadslid in Eindhoven en opiniemaker uit islamitische kring.

“Ofschoon het hier om een kleine groep gaat, hooguit enkele tientallen mannen, is de schade die zij aanrichten enorm,” betoogt Wijbenga. “Met name voor de moslimgemeenschap. Hun provocaties zorgen ervoor dat de islam in toenemende mate wordt geassocieerd met antidemocratische sentimenten, en als een gevaar voor de samenleving wordt beschouwd.”

Uit zijn artikel blijkt dat Wijbenga allereerst doelt op het splintergroepje Shariah4Holland, dat onlangs onder leiding van haar Britse aanvoerder Anjem Choudary de invoering van de sharia aankondigde, en tussendoor Geert Wilders verkapt met de dood bedreigde. Wijbenga over de sharia-oproep: “Nota bene pal voor ons nationaal monument. Botter en groffer kan het niet; een slag in het gezicht van het Nederlandse volk.”

Hoewel hij ze niet met naam en toenaam vermeldt, denkt Wijbenga wellicht ook aan het clubje Straat-Dawah, dat samen met Shariah4Holland voor de EO-camera’s aan het bekeren sloeg in het reformatorische bolwerk Urk; en waarvan de leider Abdelkarim Honing (in de laatste 30 seconden, bijna uiterst rechts op de clip) aanwezig was bij een ‘bevrijdingsdag’ voor Mohammed Bouyeri, de moordenaar van Theo van Gogh. De zelfbenoemde uitnodigers beweerden hier dat de de strafgevangenis van Vught was veranderd in ‘een concentratiekamp voor moslims’. Honing nam eerder al eens een kritiekloos interview af aan Shariah4Belgium-leider Fouad Belkacem, waarin laatstgenoemde ook al onverholen dreigementen uitte richting Wilders en de PvdA-politicus Ahmed Marcouch.

Wijbenga doet zijn oproep beslist niet als leunstoeldenker. Voor hem zijn deze radicalen geen ‘verzonnen gevaar’. Hij was eind vorig jaar in de Amsterdamse Balie persoonlijk getuige van de inval van een knokploeg van Shariah4Belgium bij een debat met islamhervormster Irshad Manji en GroenLinks-Kamerlid. Het ergert hem dat de geradicaliseerde jongeren ongestoord hun gang kunnen gaan. “Vaak gaat het om ex-gedetineerden die in de gevangenis zijn geronseld, in de ban raken van semi salafistische, antidemocratische sektes.” Het Brabantse CDA-raadslid roept imams, ouders en jongerenwerkers op om tegengas te geven. Ook vindt hij dat de AIVD de geradicaliseerde moslims beter moet controleren en aanpakken.

Wijbenga’s waarschuwing is terecht. Het gaat inderdaad om sekte-achtige splintergroepen met een getalsmatig geringe aanhang. De praktijk heeft echter geleerd dat de scheidslijn tussen shariaprovocatie en jihadisme soms flinterdun is. In Engeland zijn diverse aanhangers van Choudary’s Global Shariah Movement, de moederbeweging van Shariah4Belgium en Shariah4Holland, veroordeeld wegens terreurplannen. Ook in de aanloop van de Olympische Spelen zijn weer enkele Choudary-volgelingen opgepakt, onder wie Richard Dart, hoofdpersoon in de spraakmakende BBC-documentaire My brother the islamist. Bij deze laatste aanhouding is het overigens nog onduidelijk of er sprake is van een serieus terreurcomplot.

Maar wat mij betreft blijft de door Wijbenga aangezwengelde discussie niet beperkt tot de shariagekkies die achter Choudary en de Belgische schreeuwlelijk Fouad Belkacem aanlopen. De praktijk is immers dat ook in veel moskeeën de sharia boven de democratie wordt gesteld, maar dan minder confronterend en provocerend en zonder geflirt met het jihadisme. Dit voorjaar maakte niet-islamitisch Nederland kennis met de Britse shariaprediker Haitham al-Haddad, een fundamentalist die vindt dat bij ons niet-strafbare handelingen als overspel en afvalligheid de doodstraf verdienen. Tot zijn leedwezen is dat alleen mogelijk in islamitische landen die over shariarechtbanken beschikken.

Al-Haddad verkondigde ook dat enkele vrouwen zich bij zijn Londense shariaraad hadden gemeld. Ze hadden overspel gepleegd en zouden nu bereid zijn om naar de streng islamitisch land af te reizen om daar te worden gestenigd. Bij de verkondiging van zijn barbaarse opvattingen kon de Britse sjeik rekenen op een hartelijk applaus van zijn aanhangers, de leden van de islamitische studentenvereniging aan de Vrije Universiteit. Volgens de leiding van deze onderwijsinstelling bestaat het bestuur van deze studentenclub uit ‘universitaire toppers’. Ondanks hun academische opleiding beschouwen zij de Middeleeuwse shariadenker als een religieuze autoriteit.

Al-Haddad was ook hoofdspreker op een nationaal islamcongres. En hij is niet de enige die hier op een hartelijk welkom mag rekenen in moskeeën, op conferenties en bij onderwijsinstituten en mede daardoor populariteit geniet onder jongeren. Een kleine greep onder de rondreizende shariapredikers, die de afgelopen jaren ons land hebben aangedaan. Khalid Yasin, te zien als verheerlijker van shariastrafrecht in de Britse documentaire Undercover Mosque. Bilal Philips, vanwege zijn haatoproepen niet meer welkom in Duitsland en Groot-Brittannië. Abdur-Raheem Green, volgens wie de islam leert dat gelovigen de dood moeten zoeken op het slagveld. De antisemitische matseskenner en bloedsprookjesverteller Salah Soltan, lid van Yusuf Qaradawi’s Europese fatwaraad. Mahmoud al-Masri, hetzer tegen joden en sjiieten en kort na zijn bezoek aan Nederland uit Frankrijk geweerd door ex-president Sarkozy. Op het laatste moment verhinderd was Mohamed al-Maghraoui, omstreden verdediger van kinderhuwelijken, waar ook bovengenoemde al-Haddad geen bezwaren tegen heeft.

Het wordt lastig om de sharia-extremisten te bestrijden wanneer de sharia op andere plekken wordt aangeprezen. Wijbenga’s oproep kan pas op succes rekenen als er binnen de moskeeën wat verandert, en dat zie ik niet zo gauw gebeuren. Nu bepalen kleine maar goed georganiseerde bewegingen van salafisten en Moslimbroeders het beeld. Wellicht loopt er buiten die moskeeën een meerderheid rond van moslims die op geen enkele wijze van het shariagedoe gediend is. Veel moslims moeten niets hebben van dit fundamentalisme. Maar hier gaat het net als bij cao-besprekingen: zolang de ongeorganiseerden onzichtbaar blijven, deelt de strak georganiseerde vakbond de lakens uit.