Samira Bouchibti verklaart kort, krachtig en effectief de sharia buiten de orde
Door Carel Brendel, 1 mei 2012
“Laten wij, de gematigde moslims in het Westen, publiekelijk aangeven bondgenoot te zijn. En dat we daar veel voor overhebben. Bijvoorbeeld de moed om onze angst om voor afvallige te worden aangezien te overwinnen. Ik respecteer de Koran en de Profeet Mohammed, ik hoef de Profeet niet te ontheiligen om te zeggen wat ik wil. Voor mij is geloven liefde. De islam als religie moet zich ontdoen van dwang en onderdrukking en pal gaan staan voor sociale rechtvaardigheid en mensen-, dus mannen én vrouwenrechten.”
Met dit krachtige slotwoord sluit journaliste Samira Bouchibti haar nieuwe boek De islam, de moslims en ik af. Het werk werd vorige week gepresenteerd , enkele dagen nadat Geert Wilders het Catshuisberaad liet klappen en in de oppositie tegen ‘Brusselse dictaten’ verdween. Voor sommige waarnemers was dit aanleiding om met een zucht van opluchting het islamdebat in Nederland voor afgesloten te verklaren. Maar wat Bouchibti betreft moet het echte debat juist beginnen. “Ik wil dat gematigde, seculiere islamhervormers, de verlichten, vrijzinnigen, liberale moslims van zich laten horen. Ik wil dat ze uit de kast komen.”
Met dat doel voor ogen heeft het voormalige PvdA-Kamerlid een kort, krachtig en effectief boek geschreven. Aan de hand van de levensgeschiedenis van haar vader en moeder laat ze zien hoe moslimvrouwen te lijden hebben onder een ongelukkige mix van religie en cultuur. De moeder van Samira — stralend middelpunt bij de boekpresentatie — werd op 11-jarige leeftijd uitgehuwelijkt. In Marokko had ze zwaar te lijden onder het tirannieke bewind van haar schoonmoeder — een van de mechanisme van de vrouwenonderdrukking is dat deze mede door vrouwen in stand wordt gehouden.
De verhuizing naar Nederland was de eerste stap naar bevrijding voor Roukaya Abbos. Eenmaal in ons land liet zij haar leven niet meer regeren door familiebevelen vanuit Marokko en de permanente controle vanuit de moskee en door de directe omgeving. Ze kleedde zich te vrij en had een eigen mening. Haar man kon het allemaal niet verwerken. Het leidde tot een breuk en echtscheiding. Samira’s moeder werd uit de Marokkaanse gemeenschap van hun woonplaats Haarlem gestoten. Roukaya stond er alleen voor met haar kinderen. Samira’s vader wist geen raad met dit gezichtsverlies. Hij keerde terug naar Marokko, waar hij enkele jaren geleden is overleden.
Tegen deze achtergrond trekt Samira Bouchibti ten strijde tegen de reactionaire fundamentalisten, die volgens haar de islam gijzelen en tegen de sharia, die op gespannen voet staat met democratie en mensenrechten. “Een gematigde moslim houdt er rekening mee dat de Koran en de Hadith (de overleveringen over Mohammed) eeuwen geleden tot ons zijn gekomen.” En: “Ik beschouw mijn cultuur, geloof en traditie niet als iets wat star en voor eeuwig onveranderlijk is.” Daarbij is Bouchibti niet van plan om zich als afvallige of ‘kafir’ te laten wegzetten door ultra-orthodoxe moslims.
De islam, de moslims en ik is een aanklacht tegen het starre systeem van regels en regeltjes, die het leven van de moslim regelen. In de praktijk komt het er volgens Bouchibti op neer, dat vooral moslimvrouwen volledig worden ingekapseld door het woud van voorschriften. De ‘schaamtecultuur’ zorgt voor meer misstanden. In aparte hoofdstukjes gaat ze in op kwesties als criminaliteit, polygamie, eerwraak en het taboe rond homoseksualiteit (dat overigens ook al door PvdA-politicus Ahmed Marcouch op de agenda is gezet).
Bouchibti gaat niet het theologische debat aan met de fundamentalisten. Ze probeert hen niet op hun eigen terrein te verslaan. In plaats daarvan strooit ze met enkele als liberaal te interpreteren Korancitaten. De rest verklaart ze irrelevant met een beroep op de moderne tijd. Geharnaste islamcritici zullen hier streng oordelen, omdat Bouchibti op deze manier geen fundament legt voor een ‘gematigde islam’. Maar ze loopt hiermee niet in de valkuil, waar GroenLinkser Tofik Dibi in liep toen hij tijdens het veelbesproken Baliedebat moest erkennen dat de Britse sjeik Haitham al-Haddad een slimme man was.
Natuurlijk is ook kritiek op Bouchibti’s boek mogelijk. De schrijfster vestigt haar hoop op een Nederlandse islam met in eigen land opgeleide imams. De praktijk leert echter dat de polderislam in sommige opzichten nog fundamentalistischer is dan de door de gastarbeiders uit Turkije en Marokka meegenomen islam. Het schiet niet op als hoog opgeleide in Nederland opgegroeide studenten klappen als de populaire sjeik al-Haddad de doodstraf voor afvallige moslims verdedigt. Onbegrijpelijk vind ik dat Bouchibti nog steeds meegaat in de afkeer jegens Ayaan Hirsi Ali en haar het etiket ‘verlichtingsfundamentalist’ opplakt.
Bouchibti’s hoofdstuk over de Partij van de Arbeid kreeg tot dusver in de publiciteit de meeste aandacht. De journaliste zat voor deze partij van 2006 tot 2010 in de Tweede Kamer. Inmiddels heeft ze als lid bedankt. Haar oude partij heeft volgens haar geen visie over integratie, de islam en de multiculturele samenleving. Door verkramping konden Pim Fortuyn en Geert Wilders er met deze onderwerpen vandoor gaan. Leuk detail is dat Samira’s moeder het vaak met de PVV-voorman eens is. Door zijn grove taal over ‘kopvoddentaks’ voelt ze zich echter op haar ziel getrapt. Wilders helpt ons niet verder door moslims te beledigen en te vernederen, vindt Bouchibti.
Wie dit leest, vraagt zich wel af waarom het PvdA-Kamerlid Bouchibti zich over deze kwesties onzichtbaar hield. Tijdens haar Binnenhof-periode wilden immers partijleider Wouter Bos en partijvoorzitter Lilianne Ploumen de zaak in beweging brengen met een pittige integratienota. De achterban, aangemoedigd door multiculturalistische partijtijgers als Jacques Wallage en Ella Vogelaar, dreigde het document stuk te amenderen. Het gevolg daarvan een sterk afgezwakte versie die vervolgens een stille dood stierf. Ik heb de databank van de Nederlandse dagbladen er nog eens op nageslagen, maar Bouchibti speelde begin 2009 geen rol in dit debat, juist toen de kans bestond om de PvdA in de gewenste richting te sturen.
Dat alles neemt niet weg dat Bouchibti een in veel opzichten uitstekend en zeer behartenswaardig boek heeft geschreven. Voor mij is nu eenmaal het glas eerder halfvol dan halfleeg. En dit geval zit het glas misschien wel voor 80 procent vol. Vooruitstrevende moslims als Samira Bouchibti tonen veel moed en verdienen alleen al daarom alle mogelijke steun.
Samira Abbos: De islam, de moslims en ik. Uitgeverij van Praag, € 16,95, ISBN 978-90-490-2607-3.