Wethouder Andrée van Es beloont de muilkorfbrigades
Door Carel Brendel, 9 maart 2012
GroenLinks-politica Andrée van Es haalde in november 2011 de landelijke media met gepeperde uitspraken. In een interview met Elsevier noemde ze haar vroegere opvattingen over werk en uitkeringen ‘verkeerd’ en ‘bizar’. Tegen beter weten in had ze in de jaren 80 om ideologische redenen verkondigd dat werken voor je brood niet van belang was. “Dat er mensen waren die nooit aan het werk gingen, vonden we prima,” aldus Van Es. De Amsterdamse wethouder van Werk, Inkomen en Participatie erkende dat jongeren door dit soort opvattingen veel te gemakkelijk aan een uitkering werden geholpen. In het zelfde vraaggesprek pleitte het voormalige PSP- en GroenLinks-Kamerlid voor meer hoffelijkheid.
Deze zelfkritiek betekende niet dat Van Es afstand nam van de ‘muilkorfbrigades’, de antiracistische activisten, die elke vorm van kritiek op de multiculturele samenleving tot zwijgen willen brengen. Enkele dagen na het interview maakte ze haar opwachting op de omstreden Kristallnacht-herdenking van stichting Nederland Bekent Kleur (NBK).
Danen misbruikt de Duitse pogrom uit 1938 voor politieke doeleinden. Zijn stichting werkt bovendien nauw samen met de Internationale Socialisten. Deze trotskisten herdachten eerder sjeik Ahmed Yassin, de oprichter van de antisemitische terreurbeweging Hamas. Juist daarom wekten de Kristallnacht-herdenkingen van Nederland Bekent Kleur grote ergernis in Joodse kring. Het Centraal Joods Overleg (CJO) hoopte hier een einde aan te maken door voortaan zelf een herdenking van de Kristallnacht te organiseren.
Danen wilde echter geen afstand doen van zijn speeltje. Het gevolg was dat er vorig jaar twee concurrerende bijeenkomsten waren, een van de Joodse organisaties en een van de extreemlinkse groeperingen rond NBK. GroenLinkser Van Es durfde geen keuze te maken vóór de echte slachtoffers van de Jodenvervolging. ‘Beide herdenkingen streven behartigenswaardige doelen na,” zo motiveerde de wethouder haar besluit om toch te spreken bij het Platform Stop Racisme en Uitsluiting.
Het kost Van Es kennelijk moeite om te breken met het extreemlinkse actiewezen, dat vooral door toedoen van Danen uit de gratie is geraakt. Een andere verklaring kan ik niet vinden voor het besluit van de wethouder om deze week de Frans Bannincq Cocq-penning toe te kennen aan de activisten Abdou Menebhi en Mustafa Ayranci.
Deze onderscheiding wordt toegekend aan ‘diegenen die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor Amsterdam gedurende een periode van minstens twaalf jaar’. Ik twijfel geen moment aan de inzet en de verdiensten van het tweetal voor de actiegroepen en organisaties, waarin ze een leidende rol vervulden. Zeker voor de volharding van Menebhi heb ik bewondering. In 1975 was hij de succesvolle leider van een hongerstaking van hier illegaal verblijvende Marokkanen. Sindsdien is hij trouw gebleven aan zijn activisme.
Maar dat zegt niets over de verdiensten van Menebhi en Ayranci voor de hoofdstedelijke samenleving. Menebhi en zijn organisatie Emcemo deden de afgelopen twaalf jaar mee aan vrijwel alle manifestaties van de Internationale Socialisten. Emcemo werkte ook zij aan zij met de zeer radicale Arabisch-Europese Liga (AEL). Zo waren Emcemo en AEL in 2003 aanwezig bij een betoging op het Mercatorplein. Hier hield de Internationale Socialiste Miriyam Aouragh een opruiende toespraak en braken na afloop rellen uit.
Namens Emcemo sprak Menebhi in 2004 op de hierboven al genoemde herdenking van terreursjeik Ahmed Yassin, de door Israël geliquideerde oprichter van Hamas. Gangmakers waren ook hier de AEL en de Internationale Socialisten. Na de rede van Aouragh klonken spreekkoren als ‘Hamas, jihad, Hezbollah’. Deze manifestatie was beslist geen toonbeeld van Menebhi’s ‘inzet voor gelijkberechtiging, emancipatie, respect en vrijheid’.
Menebhi wordt ook geëerd als gangmaker van Nederland Bekent Kleur. Hij was jarenlang de aanvoerder van deze organisatie, die begon als een brede protestbeweging tegen racisme. Mede door toedoen van de voorzitter kwam deze organisatie in handen van René Danen en zijn extreemlinkse vrienden. Ook Aouragh is actief voor NBK. Op de Dam werd antisemiet Yassin in 2004 dus herdacht door maar liefst twee ‘antiracisten’.
Nederland Bekent Kleur en de Internationale Socialisten speelden in het voorjaar van 2002 een hoofdrol in de agressieve straatcampagne tegen Pim Fortuyn. Na de moord op deze politicus hield NBK zich enkele jaren koest. Tot eind 2007, toen Danen zijn stichting liet herrijzen, nu met het doel om Geert Wilders het zwijgen op te leggen. In deze nieuwe campagne was Menebhi minder zichtbaar dan in de demo’s met de AEL en de Internationale Socialisten. Maar nog steeds beweegt Emcemo zich binnen de invloedssfeer van Danen en de Internationale Socialisten.
Mustafa Ayranci, voorzitter van de Turkse migrantenvereniging HTIB, is minder radicaal dan Menebhi. De HTIB doet mee aan bijna alle acties van de Internationale Socialisten, maar blijft ook wel eens thuis, zoals bij de Yassin-herdenking op de Dam. Ayranci speelde daarentegen wel een rol in het proces-Wilders. In oktober 2010 voegde hij zich bij de medeklagers in de deze rechtszaak, in het kielzog van NBK en Danen. De opvattingen van Wilders bestrijden kan natuurlijk geen kwaad, maar onwelgevallige meningen de kop indrukken via de rechter is niet zo fraai. Zijn deelname aan het muilkorfproces ontbreekt in de opsomming van mooie dingen, die Ayranci voor de stad Amsterdam heeft verricht.
Met het uitreiken van de penningen beloont wethouder Van Es dus twee figuren, die in de afgelopen twaalf jaar deel hebben genomen aan extremistische en antisemitische manifestaties, en/of zich verklaarde vijanden toonden van de vrijheid van meningsuiting. Het Amsterdamse boegbeeld van GroenLinks zendt ‘verkeerde’ en ‘bizarre’ signalen uit.