Haagse wethouder aangetast door het Pechtold-syndroom

Door Carel Brendel, 1 december 2010

In De Onzichtbare Ayatollah ontvouw ik twee scenario’s voor de toekomst van de islam in Nederland. In de optimistische denkoefening bieden politiek en samenleving consequent weerstand aan de politieke aanspraken van de islam. Zij wordt een gewone godsdienst, die de westerse waarden en rechtsorde aanvaardt. In een pessimistische vooruitblik voegt Nederland zich steeds meer naar de wensen van fundamentalisten in binnen- en buitenland. De islamisering grijpt om zich heen.

In beide scenario’s loopt het slecht af met D66. De partij wordt in 2021 opgeslokt door de Islam-Democraten en heet vanaf dat moment I-21. Voorspellende gaven heb ik niet. Het is meer een plaagstoot naar de partij, die alle problemen rond de islam systematisch ontkent. De links-liberalen van D66 lijden namelijk aan het Pechtold-syndroom: kritiek op het christendom is goed en progressief, maar kritiek op de islam is fout en racistisch.

Ingrid van EngelshovenIn Uitgesproken EO (vanaf minuut 16.48) gaf de Haagse wethouder Ingrid van Engelshoven gisteravond (30 november) een perfecte demonstratie van het Pechtold-syndroom. Ze stelde zich volledig achter een invaljuf, die vanwege het dragen van een hoofddoek was weggestuurd door de protestants-christelijke Van Hoogstratenschool. De schoolleiding wil namelijk niet dat leraren hun religieuze identiteit uitdragen, tenzij het gaat om het christelijk geloof.

Van Engelshoven verbaasde zich daar hogelijk over. Volgens haar is er sprake van ‘een onjuiste belangenafweging’. Van Engelshoven: “Laten we wel vooropstellen dat kinderen vooral recht hebben op onderwijs en dat het voor de school helemaal niet zo erg is als die paar dagen de identiteit misschien iets minder in de les naar voren komt.”

De EO-interviewster suggereerde dat de invaljuf net zo goed haar hoofddoek voor die paar dagen had kunnen afdoen. Maar dat was voor de D66-wethouder ondenkbaar: “Het is een vraag van tolerantie die je ook in een samenleving mag vragen. Je kunt niet iemand vragen om voor de paar dagen dat ze daar invalt haar geloof te wijzigen.”

Van Engelshoven ging voorbij aan de vele moslima’s die geen hoofddoek dragen en daarmee de sociale druk van hun omgeving trotseren. Voor haar staat geloof gelijk met de door de fundamentalisten opgedrongen uitleg daarvan. Het is een treurig beeld: D66 als verdediger van de sharia.

Van Engelshoven is tevens partijvoorzitter. Ook in die functie gaat ze zwaar gebukt onder het Pechtold-syndroom, zo bleek eerder uit een interview met De Pers. ‘Pechtold en ik? Geen speld tussen te krijgen’ luidde de kop. Dat bleek vooral uit de passage waarin verslaggever Kustaw Bessems haar ondervroeg over de islam.

Bessems: “Wilders is vooral anti-islam. Heeft D66 een eigen verhaal over de plaats van de islam?”

Van Engelshoven: “Net zo zeer als over andere religies. Vanuit de overtuiging van de scheiding van kerk en staat. Iemands geloofsovertuiging is vooral privé. Mensen moeten worden aangesproken op hun gedrag in het publieke domein, niet op hun religie. Het is zo’n issue omdat mensen de hele tijd worden aangesproken van: u bent van die religie, dan zult u wel zo en zo. Ik word toch ook niet de hele tijd aangesproken op mijn katholiek zijn?”

B: “Zijn de scheiding van kerk en staat en de plaats van religie in het publieke domein niet urgenter voor de islam dan het katholicisme?”

Van E: “De discussie alsmaar voeren over de band van de islam, helpt de participatie niet. In tegendeel. Als je mensen alsmaar op het culturele en geloofsaspect aanspreekt, zullen ze zich eerder terugtrekken, omdat je ze in een hoek zet.”

B: “Sommigen leggen vanuit de islam claims op de publieke ruimte. Van handen weigeren tot gezichtssluiers en gescheiden inburgeren.”

Van E: “Probeer er nou eens van weg te komen dat we daar allemaal enorme ideologische kwesties van maken. Daar werpen we barrières mee op. Als de wethouder in Utrecht zegt: ik heb die gescheiden klassen nodig om de participatie te bevorderen, laten we dat dan vooral praktisch bekijken.”

B: “Is een beperkte rol van religie in het publieke domein voor D66 geen ideologische kwestie? Wilt u daar geen barrières tegen opwerpen?”

Van E: “We moeten de discussie terugbrengen naar waar het echt om gaat: hoe bevorderen we de participatie? Door ideologische debatten te voeren over wel of niet een hand geven laten we dingen escaleren. Het gaat er om dat mensen respectvol met elkaar omgaan. Als ik – van Nederlandse afkomst – geen hand zou geven omdat ik daar niet van houd, maakte niemand daar een punt van.”

B: “Wel als u met een groep uit principe geen hand geeft.”

Van E. lacht. “Ze zouden me misschien een beetje gek mens vinden.”

Het Haagse D66 heeft deze probleemontkenner eerste klas op het wethouderspluche geplaatst. Een voormalig raadslid, dat mij op haar optreden bij de EO attent maakte, zucht: “Je hebt gelijk met je veronderstelling. D66 en Islam-Democraten fuseren.”