Femke Halsema sterk over intolerantie, maar zwak over scheiding van kerk en staat
Door Carel Brendel, 11 oktober 2010
“Progressieve politici nemen veel te weinig ruimte. Ze laten zich in het defensief drukken door de harde, dikwijls discriminerende taal van Wilders. Ze laten zich verscheuren tussen de wens solidair te zijn met een islamitische minderheid die zich verdrukt voelt en het besef dat binnen veel islamitische geloofsgemeenschappen de positie van minderheden (bijv. vrouwen en homoseksuelen) treurig is.”
Een opmerkelijke uitspraak van Femke Halsema tijdens een conferentie over de vrijheid van godsdienst, georganiseerd door het Wetenschappelijk Bureau GroenLinks. Waar veel van haar geestverwanten bang zijn om Wilders ‘in de kaart te spelen’ of ‘zijn agenda over te nemen’, durfde Halsema zaterdag in de Utrechtse Jacobikerk enkele zaken rond de islam duidelijk te benoemen.
“Juist omdat ik de godsdienstvrijheid serieus neem, kan en wil ik niet wegdeinzen voor de intolerantie die, met name de meer orthodoxe islam herbergt”, zei Halsema. Net als eerder haar partijgenote Andréé van Es, wethouder diversiteit in Amsterdam, haalde zij het recente salafismerapport aan om haar zorgen te uiten over de positie van vrouwen. Halsema: “Hoewel de harde kern klein is, hebben veel salafistische, orthodoxe opvattingen veel bredere steun in de Nederlandse islamitische gemeenschap. Dat zijn opvattingen over een theocratie, over de gelijkwaardigheid van man en vrouw en van hetero’s en homo’s. Deze opvattingen worden van bovenaf dwingend opgelegd en hebben grote gevolgen voor de vrijheid van met name vrouwen en homoseksuelen.”
Halsema keerde zich ook tegen wat ik het ‘Pechtold-syndroom’ noem (kritiek op het christendom is goed en progressief, kritiek op de islam is fout en racistisch). De aanvoerder van GroenLinks:
“De hartstocht die wij aan de dag leggen om praktiserende homoseksuelen toegang te geven tot het reformatorisch onderwijs en SGP-vrouwen tot de Kamer, moeten wij ook tentoonspreiden om islamitische homo’s en vrouwen hun vrije keuzen te laten maken.”
Op het moment dat ik dit schrijf hebben zich nog geen mekkerende partijgenoten gemeld. Dat gebeurde wel na een eerder geruchtmakend interview in De Pers, waarin Halsema de islam wel degelijk ‘een probleem’ noemde (‘in combinatie met ongeletterdheid’) en hoopte dat moslimvrouwen de hoofddoek zouden afslingeren. Halsema loopt ver voor de troepen uit in een partij vol oud-linkse activisten, waar opperantiracist René Danen ternauwernood uit het bestuurspluche kon worden geweerd.
Nog een tweede opmerkelijk punt in Halsema’s lezing:
“De staat moet gelovigen vrijwaren van vernedering. Let wel (zeg ik daar nadrukkelijk bij), vernedering is niet hetzelfde als belediging, als het lasteren van God of het hard bekritiseren van heilige boeken. Bij belediging komt de staat wat mij betreft geen taak toe.”
Halsema spreekt zich dus duidelijk uit voor de vrijheid om religiekritiek te leveren, een belangrijk statement op het moment dat een politicus mede terecht staat voor verondersteld haatzaaien tegen de islam. Anders dan SP-collega Emile Roemer (‘uitstel voor een scheet’) doet Halsema niet laatdunkend over het feit, dat stemmingen in de Tweede Kamer worden opgehouden als gevolg van het proces tegen Geert Wilders. Op deze website heb ik vaker gememoreerd dat GroenLinks (in tegenstelling tot Wilders, VVD, PvdA, CDA en SP) op de bres stond voor de veiligheid van de met de dood bedreigde Ayaan Hirsi Ali.
De passage over het vrijwaren van vernedering is niet de helderste in de toespraak van Halsema. Religiekritiek en kwetsende cartoons vallen er dus niet onder. “Voorstellen voor een hoofddoekjesverbod in publieke functies of nog erger een verbod op de Koran zijn onacceptabele vormen van geloofsvernedering.” Maar ook het thuishouden van jonge meisjes zonder hoofddoek is vernederend volgens Halsema.
Hier doet zich allereerst het probleem voor dat salafisten en Moslimbroeders zo’n beetje alles vernederend vinden. Niet alleen de door velen als denigrerend beschouwde kopvoddentaks of het onliberale koranverbod, maar ook een verbod van de voor vrouwen zeer vernederende boerka, die wat mij betreft ook om redenen van veiligheid en herkenbaarheid per direct mag worden verboden. Voor deze fundamentalisten zijn ‘kwetsende’ cartoons net zo vernederend en beledigend als wetenschappelijke kritiek op de inhoud van de Koran. Ook de wens van Halsema dat moslima’s ooit de hoofddoek zullen afslingeren, is vernederend voor sjeik Fawaz c.s, net als het door de GroenLinks-leidster gesteunde hoofddoekenverbod op een school in Antwerpen. Halsema kan en wil deze moslims dus nooit vrijwaren van vernedering.
In Halsema’s toespraak mis ik vooral de zorg over de scheiding van kerk en staat. Zij veronachtzaamt het belang van een neutrale overheid, waarvan de vertegenwoordigers niet de regels van de antidemocratische sharia volgen. Halsema ondermijnt de seculiere overheid met uitspraken als: “Het betekent ook steun aan de politie-agente in opleiding die trots is, zelfstandig en gesluierd.”
Halsema steunt de schooldirectrice die de hoofddoek wil verbieden omdat de dominantie ervan op het schoolplein leidt tot onvrijheid. Tegelijkertijd beseft ze niet dat de hoofddoek bij de politie leidt tot onvrijheid bij de burger en dominantie in de publieke sfeer. Van een linkse seculiere partij verwacht ik dat ze de kledingregels van de Nederlandse overheid belangrijker vindt dan de religieuze voorschriften van sjeik Fawaz & Co. Dat is mijn belangrijkste bezwaar tegen de lezing van Halsema.
Desondanks is het een goede zaak dat Halsema het debat aangaat en zich niet laat gijzelen door Wilders. Er zijn meer tekenen dat de linkse verlamming ten einde loopt. SP-voorman Roemer herinnerde afgelopen donderdag in het radioprogramma Premtime aan het rapport Gastarbeid en Kapitaal – de SP-kritiek uit de jaren 80 op het multiculturalisme die door de voorgangers van GroenLinks nog werd afgeschoten. In Amsterdam begraaft PvdA-burgemeester Eberhard van der Laan de compenserende neutraliteit en de interculturele communicatie.
In het debat mengt zich ook Meindert Fennema, biograaf van Wilders en vrije geest bij GroenLinks. Vanmorgen (11 oktober) roept hij op om het nieuwe boek van PVV-ideoloog Martin Bosma goed te lezen in plaats van het te verketteren, zoals Volkskrant-recensente Anet Bleich heeft gedaan. In diezelfde Volkskrant riep PvdA-dissident René Cuperus zaterdag op tot linkse zelfreflectie. Alleen D66 verdedigt haar reputatie als probleemontkennerspartij. Alexander Pechtold maakt zich belachelijk door de hand van de SGP te bespeuren in het geringe aantal vrouwelijke ministers in het kabinet-Rutte.
Cuperus werkt voor de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de Partij van de Arbeid, waar ook Ayaan Hirsi Ali en Femke Halsema hebben gewerkt. Zo zie je maar weer dat uit zo’n linkse denktank ook goede, of op zijn minst interessante mensen en ideeën voortkomen.